gedachtenwisseling niet in alles met hen eens, maar de verschillen van opinie worden openhartig besproken en zo mogelijk over brugd. 's Avonds is Mr. Ph. van Campen ook aanwe zig en onder diens leiding wordt gestart met de 'praatavond'. De inleider spreekt over de verhoging van het disconto en enkele nieu we spaarvormen, welke laatste op de be kende vlotte en eloquente wijze worden ge ïntroduceerd. De democratie viert hoogtij en de kassiers zeggen onbewimpeld hun mening over de aanvechtbare details der noviteiten, terwijl de CCB met soepele gratie de wen sen der kassiers opvangt'. 'Er wordt nu nog een kaartje gelegd en een glaasje geledigd en dan wordt de slaapzaal opgezocht. Drie slaapzalen zijn er, keurig en fris, en hier komen we als broertjes naast elkaar te liggen. De heer van Hirtum van de CCB zakt bij de eerste aanraking door het bed, waaraan niemand iets kan doen. De kassier van Mierlo verklapt zijn kamergeno ten een geheimpje en wel dat hij thuis naar bed pleegt te gaan met slechts één (kort) kledingstuk aan, maar dat zijn bezorgde ega hem voor deze gelegenheid een 'schön pekske' heeft meegegeven. Het blijkt vers uit de winkel te komen en de cellophaan om hult het nog op smaakvolle wijze. Bij het uitpakken vliegen de kopspelden in het rond en als onze collega het pakje aan heeft, prikken de spelden hem nog overal en gaat hij naar beneden waar de Heer Ideler zich over hem ontfermt en de kwelgeesten ver wijdert. Dan legt onze collega zich voldaan ter ruste in zijn fraai uniform en weldra ver kondigt een luid gesnurk dat hij in de armen van Morpheus is beland.' 'De Zondagavond heeft een feestelijk cachet. Daar komt de dorpsfanfare van Berg en Dal ons een serenade brengen en de klanken van het koper bereiken ons reeds lang voordat de muzikanten in zicht zijn. Prettig wordt er geconcerteerd in de open lucht vóór het ou de landhuis, tot groot genoegen van de meesten onzer. Als de fanfare vertrokken is, wordt het musi ceren voortgezet, nu in de stemmige recre atiezaal, waar kapl. Miedema ons met enkele zijner pupillen vergast op enkele fraaie com posities van oude componisten.' 'Het officieel gedeelte van het programma is nu ten einde en de Heer van Steen meent dat dit moet worden gevierd met enig geest rijk vocht. Als hij hiervoor gezorgd heeft, blijkt het dat de dorst aanzienlijk groter is dan hij heeft berekend, doch geen nood, we weten zelf de bierkelder ook te vinden. Het is niet zo vroeg meer op de maandagmor gen als de legerstede wordt opgezocht. Van slapen komt echter niet veel, want enkele heren willen de collega van Mierlo beslist nog even met zijn bed ronddragen onder het zingen van 'Zo gaat Jantje naar de bliksem toe'. Om acht uur, hoe bestaat het, zitten allen weer fris en monter in de bus, na een flink ontbijt te hebben genoten. Het is een voldaan en dankbaar gezelschap dat de terugreis naar de diverse haardsteden aanvaardt. Als de echtgenote van de collega van Mierlo dit verslag te lezen krijgt, dan zal ze wel zeg- 518

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 24