Het kan ons natuurlijk niet anders dan aan
genaam zijn, dat zij, die gaarne eenig punt
in de 'Mededeelingen' besproken zien, ons
hiervan kennis geven'.
Toch zijn er ook niet-brave banken. 'Mede
deelingen' nummer 13: 'Bij sommige Boeren
leenbanken worden de 'Mededeelingen' niet
goed bewaard. Vraagt de Inspecteur er naar
bij zijn bezoek aan de Boerenleenbank, dan
zijn ze niet te vinden. Soms ligt het eene num
mer hier, het andere daar verborgen tussen
allerlei papieren en bescheiden'.
Instructief
In 1920 veranderde het formaat van het blad
èn de frequentie van verschijnen. Omdat de
verwachting bestond dat voor de landbouw
een periode van hoge activiteit zou aanbre
ken, deelde het bestuur van de centrale bank
in nummer 46 mee:
'Ook onze crediet-organisaties, onze bloeien
de Boerenleenbanken, zullen hier eene be
langrijke rol kunnen vervullen, indien zij hare
taak goed blijven begrijpen. Daarom hebben
wij het tot onzen plicht gerekend, meer dan
tot nog toe, in verbinding te treden met de
bestuurderen der aangesloten Boerenleen
banken, en wij zullen dit trachten te doen,
door deze Mededeelingen' veelvuldiger, en
minstens elke maand te laten verschijnen,
om onze leden op de hoogte te houden van
wat er bij het landbouwcrediet omgaat, en
nuttige wenken te geven voor het te volgen
beheer'.
Hieruit blijkt onder meer ook dat het blad
diende om de 'leden op de hoogte te hou
den' van wat er binnen de organisatie gaan
de was. Wat wil je: het was 1921. Behalve
door middel van de 'Mededeelingen' bestond
het spaarzame contact tussen leden van
plaatselijke banken uit ontmoetingen op de
jaarlijkse algemene vergadering van de cen
trale bank. Ook de inspecteurs die voortdu
rend 'en route' waren fungeerden veelal als
- doorgaans fietsende, en per trein reizende -
tussenpersonen.
Hoewel de 'Mededeelingen' sinds 1920 maan
delijks verschenen, duurde het nog tot maart
1924 voordat op de omslag van het blad:
'Maandelijksche Mededeelingen van de Coö
peratieve Centrale Boerenleenbank' kwam
te staan.
Het blad was in het begin voornamelijk in
structief van aard. De lezers kregen uiteen
zettingen voorgeschoteld over administra
tieve aangelegenheden, over de voorschot
en kredietverlening, over de zekerheden,
over sparen en over renteberekening, kort
om, over alles wat voor de aangesloten ban
ken van belang kan zijn.
Zo af en toe sluipt tussen de zuiver zakelijke
instructies en mededelingen uit de begintijd
van het blad door, een luchtige noot de
laatste pagina binnen in de vorm van een
'Bladvulling'.
Zoals deze uit 1921
'Veeg voor uw eigen deur, dan vinden
vreemde bezems daar weinig arbeid; en
wanneer ieder voor zijn eigen deur
veegt, dan is de straat gauw schoon'.
(Weisz, levenswijsheid)
en: 'Ondankbaarheid is 's werelds loon'
Mij dunkt, dit loon is lang niet kwaad:
't Geeft ons een lesje, waar en schoon,
'Doe 't goede, zonder eigenbaat'.
(B. van Meurs)
508