ven. Naar schatting is voor een bedrag van 1,2 miljard aan belastinggeld geïnd. De belastinggelden bleven tot eind oktober binnenstromen, zodat het rijk zijn tegoed tot de respectabele omvang van f 1.586 miljoen zag groeien. In geldmarktkringen vroeg men zich af of de minister niet verrast zou zijn door de enorme bedragen die binnenkwa men. Optimisten zagen zelfs al het 'gat van Witteveen' op geruisloze manier gedempt worden. De minister van Financiën bleek echter geenszins van plan de belastingramingen in de miljoenennota te wijzigen. Oktober mag dan een bijzonder voordelige maand geweest zijn, september verliep veel minder florissant. De grote betalingen die het rijk moest ver richten, f 400 miljoen aan gemeenten en ongeveer 300 miljoen voor sociale uitke ringen, leverden natuurlijk geen enkel pro bleem op, zeker niet na de ontvangst van 400 miljoen als opbrengst van de jongste staatslening. Begin november teerde het rijk weer wat op zijn tegoed in. Naar ruwe schat ting moesten voor ongeveer 1 miljard be talingen plaatsvinden, onder andere een trenduitkering van 300 miljoen aan de amb tenaren en 200 miljoen aan de KLM om door middel van de aankoop van aandelen deze maatschappij te steunen. Dank zij de ontvangst van 500 miljoen aan belasting gelden liep het saldo van de schatkist met 'slechts' f 512 miljoen terug. De banken De voortdurende belastingafdrachten aan het rijk, veroorzaakten de hele maand oktober een krapte op de geldmarkt, hetgeen de po sitie van de banken weinig aantrekkelijk maakte. Door de uitkeringen van het rijk werd het eind september voor de banken mogelijk hun tegoed bij De Nederlandsche Bank tot f 174 miljoen op te voeren en tevens de uitbreiding van de geldhoeveelheid met 120 miljoen te financieren. Hoewel het rijk begin oktober voor in totaal 373 miljoen aan schatkistpapier afloste en tevens 250 miljoen uitkeringen in de sociale sector moest doen, liepen de belastingbeta lingen zo hoog op dat het tegoed van de banken tot f 66 miljoen inkromp en er tevens voor f 13 miljoen voorschotten moesten wor den opgenomen. Half oktober verslechterde de positie van de banken nog verder; het saldo bij De Nederlandsche Bank liep te rug tot f 17 miljoen, terwijl de dure voor schotten met 141 miljoen tot in het totaal 176 miljoen opliepen. Tegen het einde van oktober namen de voor schotten toe tot f 551 miljoen, omdat de ban ken op geen andere wijze in staat waren de nog steeds voortdurende belastingafdrach ten te financieren. Begin november ontstond eindelijk een ver lichting van hun situatie, als gevolg van de aanzienlijke betalingen van het rijk. Aflossing van de voorschotten voor een bedrag van f 373 miljoen en vergroting van het tegoed bij De Nederlandsche Bank met 50 miljoen waren hierdoor mogelijk. Desondanks bleef de geldmarkt aan de krap pe kant met een daggeldrente van 5% pro cent. 487

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 41