125 procent van zijn quota vreemde valuta
kan aankopen.
Stel dat de quota van Nederland bij het IMF
f 100 miljoen bedraagt. Ons land heeft daar
voor 25 miljoen in goud en 75 miljoen in
guldens gestort. Nu wil Nederland voor 25
miljoen dollars van het IMF ontvangen en in
ruil daarvoor geeft zij voor 25 miljoen gul
dens. Het Fonds bezit nu 100 miljoen aan
guldens, precies het bedrag van de Neder
landse quota.
Het guldenstegoed van Nederland mag maxi
maal 200 procent van 100 miljoen (is f 200
miljoen) bedragen. Dit betekent dat ons land
voor ten hoogste f 200 miljoen minus f 75
miljoen is 125 miljoen (125 procent van on
ze quota) andere valuta's van het Fonds kan
kopen.
Dit trekkingsrecht (niet te verwarren met de
speciale trekkingsrechten) bestaat uit vijf de
len, elk van 25 procent. De eerste 25 pro
cent, waarvan de trekking het bezit van het
Fonds van een bepaalde valuta op 100 pro
cent brengt, is de goudtranche. Na deze
goudtranche kan over vier krediettranches
worden beschikt. Het bedrag dat het Fonds
van een bepaalde valuta bezit kan ook bene
den 75 procent van de quota dalen, als die
valuta wordt getrokken in ruil voor een an
dere valuta. Het betrokken land verwerft dan
een supergoudtranche-positie, voor het ver
schil tussen het bezit van zijn valuta bij het
Fonds en 75 procent van zijn quota. Tot de
reserves van een land behoren naast zijn
goud- en deviezenbezit tevens de goudtran
che en de supergoudtranche.
Het goud en de dollar
Bij de overeenkomst van Bretton Woods is
aan de dollar een drievoudige taak toege
kend. In de eerste plaats is hij reserve-valuta,
waardoor deze valuta naast het goud een
belangrijk onderdeel is gaan vormen van de
nationale deviezenreserves van de landen
die deelnemen aan de internationale handel.
Daarnaast is hij sleutelvaluta, zodat het mo
gelijk is door verkoop van dollars en aankoop
van de eigen valuta de koers van de eigen va
luta te steunen. De keerzijde van de medaille
wordt gevormd door de verplichting dollars
te kopen en de eigen valuta te verkopen
wanneer de dollar, uitgedrukt in de eigen va
luta, beneden de door het IMF vastgestelde
steunkoers dreigt te dalen. Bovendien speelt
de dollar een zeer belangrijke rol als beta
lingsmiddel in de internationale handel. Het
is aantrekkelijker een positie in dollars in te
nemen dan in een andere valuta, omdat de
koersfluctuaties ten opzichte van de dollar
maximaal 1,5 procent kunnen bedragen en
ten opzichte van andere valuta's maximaal 3
procent.
Hoewel het goud de basis van ons internatio
nale monetaire systeem vormt, doet zij niet
actief aan het internationale betalingsverkeer
mee. Wel maakt zij een aanzienlijk onderdeel
uit van de goud- en deviezenreserves van
veel landen (uitgezonderd de ontwikkelings
landen) vooral nadat het vertrouwen in de
positie van de dollar is gaan tanen. Tot 1950
bleef Amerika de ongeslagen leider van
de na-oorlogse economie. Europa en Japan
moesten alles in het werk stellen om
hun economie na de verwoestingen van
de tweede wereldoorlog weer op gang te
475