Ook toen bestond geen overeenstemming
met betrekking tot de wijze waarop het in
ternationale stelsel moest functioneren om
de internationale handel zoveel mogelijk te
bevorderen, zonder dat er onevenwichtighe
den ontstaan.
In het middelpunt van de belangstelling stond
het vraagstuk van de totale hoeveelheid in
ternationale liquiditeiten die nodig zou zijn
om een bevredigende werking van het sys
teem te garanderen. Een gebrek aan inter
nationale liquiditeiten oefent een remmende
werking uit op de internationale handel, ter
wijl een teveel tot inflatoire ontwikkelingen
in de wereldeconomieën kan leiden.
Daarnaast was er het probleem: waaruit
moeten de internationale liquiditeiten be
staan? De twee plannen die ter discussie
werden gesteld waren afkomstig uit Enge
land, het plan Keynes, en uit Amerika, het
plan White.
Het plan van Keynes had tot doel zo snel
mogelijk de produktieve krachten na de oor
log te herstellen en te stabiliseren. Hiertoe
stelde hij voor tot de oprichting van een In
ternationale Clearing Union te komen, leder
land zou bij deze Union een rekening aan
houden, die in een nieuwe rekeneenheid, de
bancor, luidde. De waarde van deze een
heid werd in goud uitgedrukt. De valutakoer
sen van de deelnemende landen stonden in
een vaste verhouding tot de bancor en indi
rect dus ook tot het goud. Wijziging van de
valutakoersen diende met toestemming van
de Union te geschieden.
Aan een land dat een betalingsbalanstekort
vertoonde, verleende de Union tot een zeker
bedrag krediet. Deze landen stonden dus
debet in de boeken van de Union, landen met
een betalingsbalansoverschot credit. Wan
neer alle landen die aan de wereldhandel
deelnemen lid zouden worden van de Union
en ieder lid betaling in bancors zou aanvaar
den, kon de Union zonder beginkapitaal haar
werkzaamheden aanvangen, omdat alle over
schotten en tekorten in de boeken van de
Union tegen elkaar weg zouden vallen. De de
betpositie die een land bij de Union in kon ne
men was aan bepaalde grenzen gebonden.
Werd deze grens overschreden, dan diende
dit land zijn valuta ten opzichte van de bancor
te devalueren. Boven een bepaalde debet
stand moest 1 procent rente worden vergoed.
Ook ten aanzien van de creditstand gold een
bovengrens, wanneer deze werd gepasseerd
kon dit land vrijwillig tot revaluatie van zijn
munteenheid overgaan. Dezelfde interest
maatregelen als bij de debetsaldi werden
ook bij de creditsaldi toegepast. Het supra
nationale karakter van de Union werd door
velen als een belangrijk argument tegen dit
plan aangevoerd. Direct na de tweede we
reldoorlog leek dit zeker geen haalbare kaart
en zelfs op dit moment, nu de gedachten over
internationale samenwerking toch meer in
geburgerd zijn dan toen, is de eenheid bij
het aanpakken van de gemeenschappelijke
monetaire problemen meestal ver te zoeken.
De belangrijke plaats die Engeland in het
ontwerp kreeg toegewezen, zelfs van meer
betekenis dan de Amerikaanse, heeft er waar
schijnlijk niet toe bijgedragen het plan in de
ogen van de Verenigde Staten meer aan
vaardbaar te maken. De zeer krachtige po
sitie die Amerika toentertijd ten opzichte van
Europa innam, viel hier moeilijk mee te rij
men.
Bovendien kwam vrij veel kritiek op de voor-
473