HUUR EN VERHUUR VAN BEDRIJFS RUIMTE Met ingang van 1 mei 1971 zijn de in het Bur gerlijk Wetboek opgenomen bepalingen be treffende huur en verhuur van bedrijfsruimte in werking getreden. Deze bepalingen gelden voor iedereen die be drijfsruimte huurt of verhuurt, ongeacht of de ze ruimte ligt in het ten opzichte van de huur reeds geliberaliseerde gebied of in het ge bied dat nog niet is geliberaliseerd (de Rand stad). Onder de in de nieuwe wet aangegeven be drijfsruimte wordt verstaan: 'Gebouwd onroerend goed of een gedeelte daarvan dat krachtens overeenkomst van huur en verhuur is bestemd voor de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, hotel-, restau rant -of cafébedrijf, afhaal- en besteldienst, ambachtsbedrijf of kampeerbedrijf, indien in de verhuurde ruimte een voor het publiek toegankelijk lokaal voor rechtstreekse leve ring van goederen of dienstverlening aanwe zig is'. Onder de betreffende wetsartikelen vallen eveneens de bijbehorende grond en de bedrijfswoning die een eenheid vormen met de bedrijfsruimte. De huurovereenkomst geldt voor minimaal vijf jaar, waarna een automatische verlenging met vijf jaar volgt. Is een huurovereenkomst aangegaan voor een langere periode dan vijf jaar, dan kan slechts verlenging volgen tot in totaal tien jaar. Met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste één jaar kunnen zowel de huur der als de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen middels deurwaardersexploit of aangetekende brief. Zegt de huurder tijdig hotel-, restaurant- of cafébedrijf. 360

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 6