van De Nederlandsche Bank aanwezig zijn. De fluctuaties in de goud- en deviezenreser ve na half juni vloeiden uitsluitend voort uit on ze contacten met het Internationale Monetaire Fonds. Hierbij kunnen zich verschillende mo gelijkheden voordoen. Een land kan uit ons tegoed bij het IMF lenen, waarbij het fonds ons verzoekt het desbetref fende bedrag over te maken. Dit betekent een vergroting van ons tegoed bij het IMF gepaard gaande met een daling van onze deviezenreserves, omdat meestal in dollars wordt geleend en niet in guldens. Lost een land zijn lening af, dan vindt het omgekeerde plaats, daling van ons tegoed bij het IMF en stijging van onze deviezenreserves. Eigen lijk is het nog wat ingewikkelder, want in feite financiert niet De Nederlandsche Bank de transacties met het Internationale Monetaire Fonds, maar de Staat der Nederlanden. De vermindering van onze deviezenvoorraad heeft in de boeken van De Nederlandsche Bank dan ook een verkleining van het tegoed van het rijk tot gevolg. Zolang de staat ruim in haar middelen zit, bestaat tegen deze metho de geen bezwaar, maar in een periode van krapte kunnen wel eens betalingsmoeilijkhe den ontstaan. Om aan dergelijke problemen het hoofd te kunnen bieden, heeft het rijk met De Neder landsche Bank een overeenkomst gesloten op grond waarvan herfinanciering van de le ningen aan het IMF bij de Centrale Bank mo gelijk is. Deze herfinanciering vindt plaats in de vorm van het onderbrengen van schatkist papier. Wanneer leningen worden terugbe taald, wordt het geld meestal aangewend voor de aflossing van dit schatkistpapier. Soms lopen verschillende transacties door elkaar heen. Begin augustus bijvoorbeeld leende Amerika 1.575 miljoen van ons te goed, terwijl Engeland en Frankrijk 1.047 te rugbetaalden. Daarnaast betaalde de staat 81 miljoen aan het IMF voor aflossing van 'notes' (bepaald soort schatkistpapier), die zij in het verleden als betaalmiddel had ge bruikt. De staat maakte voor 81 miljoen van de herfinancieringsmogelijkheid gebruik. In totaal is voor een bedrag van 1.575 1.407 81 miljoen 609 miljoen een be roep op de deviezenreserves gedaan. Het te goed van de schatkist onderging een daling van f 528 miljoen en de voorraad schatkistpa pier van De Nederlandsche Bank steeg met 81 miljoen. Als gevolg van een goudverkoop door het IMF aan de staat ten bedrage van 21,2 mil joen heeft de Nederlandse goudvoorraad alleen begin augustus een stijging te zien ge geven. Hierdoor daalde de reservepositie van Nederland bij het Fonds en steeg het tegoed van de schatkist, aangezien de staat het goud onmiddellijk aan De Nederlandsche Bank had doorverkocht. Het rijk De inhoud van de schatkist heeft van half juni tot half augustus nogal wat schommelin gen te zien gegeven. Over het algemeen be stond voor het rijk geen reden tot klagen; de uitgifte van schatkistpapier had dan ook eer der tot doel de markt wat af te romen, dan dat het verkrijgen van middelen er aan ten grond slag lag. Begin juni gaf het rijk voor een bedrag van 230 miljoen vier-maands schatkistpromessen uit. Deze extra inkomsten (naast 150 miljoen 385

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 31