Omtrent de omvang van de besparingen die in 1970 in het kader van die maatregelen wer den verricht valt nog slechts globaal te zeg gen in welke orde van grootte ze vermoede lijk hebben gelegen. Inzake de Algemene Pre- miespaarwet kan men zich bij schatting van het resultaat baseren op een raming over 1966, die 250 miljoen beliep. Gaat men er verder van uit dat aan het Ideaal Jeugdspaarplan 'De Zilvervloot' zo'n 700.000 jongeren deelnemen die gemiddeld 250 per jaar sparen, dan leid de de Jeugdspaarwet in 1970 tot besparingen ten bedrage van 175 miljoen. Verder kent ons land zo'n 1.800 bedrijfsspaarregelingen waarvan het gemiddelde aantal deelnemers kan worden gesteld op 240 man (60 procent van 400 werknemers), zodat deze regelingen leidden tot een besparing van 130 miljoen. Telt men daarbij de besparingen ter grootte van f 120 miljoen die werden gedaan in het kader van overheidsspaarregelingen, dan komt men op een totaal van f 675 miljoen. Daarin schuilen echter dubbeltellingen om dat een aantal overheids- en bedrijfsspaarre gelingen tevens gepremieerd worden ingevol ge de Algemene Premiespaarwet. De com missie schat de omvang van die dubbeltelling op f 75 miljoen en becijfert zo voor 1970 een bedrag van 600 miljoen als vermoedelijk re sultaat van de genoemde overheidsmaatrege len. De commissie-Van Franeker noemt deze 'omvang van de besparingen die door de tot Nationale besparingen in 1970: f 22 miljard

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 13