In woorden In juni was de toeneming van de uitstaande voorschotten lager dan in de overeenkomsti ge maand van 1970. Dit was vooral het gevolg van de grotere halfjaarlijkse aflossingen. De geringe teruggang van de verstrekkingen in de maand juni is zeker niet alarmerend en moet als incidenteel worden beschouwd. De vermindering van het uitstaande rekening- courantkrediet is, ondanks de stijging in juni 1970, normaal. Door het gehele eerste halfjaar genomen ligt de toeneming van de uitzettingen iets boven het niveau van 1970 en 1969. Daarbij kan nog aangetekend worden dat de in het begin van het jaar genomen maatregelen met betrekking tot de kredietbeperking, naar onze mening met name de vraag naar woningbouwleningen bij onze banken enigszins heeft afgeremd. Evenals in de voorgaande maanden van het verslagjaar was ook in juni sprake van een bijzonder sterke spaaraanwas. De overige toevertrouwde middelen vertoonden in juni een normale ontwikkeling. In totaal genomen namen in de eerste helft van 1971 de spaar gelden met bijna het dubbele bedrag van 1970 toe. Deze zeer sterke groei van de spaaraan was deed zich bij alle traditionele spaarinstel- lingen voor. Naast het BTW-effect heeft daar bij naar onze mening de onzekerheid ten aan zien van de economische ontwikkeling in de nabije toekomst een belangrijke rol gespeeld. De tegoeden op rekeningen-courant hebben zich in de eerste zes maanden normaal ont wikkeld. Bij de bankdeposito's was sprake van een voortzetting van de medio 1970 inge zette sterk gestegen belangstelling voor dit soort rekeningen. 354

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 56