dat tijdverschil op te vangen met voorlopige
aanslagen en met een voorgenomen rentere
geling, maar zolang het verschil niet volledig is
weggenomen - hetgeen wel niet zal lukken -
betekent het een voordeel voor de zelfstandi
ge. Daartegenover is voor een aantal loontrek-
kenden de loonbelasting eindheffing, en te
genover die loontrekkenden is de zelfstandige
in het nadeel. Een ander nadeel voor de zelf
standige bestaat daarin dat zijn fiscale winst
wordt becijferd volgens het omzetstelsel,
waardoor in de winst ook vorderingen zijn
begrepen die nog niet zijn geïnd, terwijl loon
belasting wordt voldaan volgens het kasstel
sel: loon telt niet als loon voor het moment van
uitbetaling. Een verder verschilpunt waarin de
zelfstandige wederom in het nadeel is, betreft
de aftrekbaarheid van reiskosten. Bij loontrek
kers komen gemaakte reiskosten op hun be
lastbaar inkomen in mindering, ongeacht de
wijze van vervoer. Voor een zelfstandige geldt
wel aftrekbaarheid van autokosten volgens de
bekende autokostenfictie, maar kosten van
openbaar vervoer komen niet voor aftrek in
aanmerking.
En zo worden de door loontrekkers ontvangen
vakantiebonnen voor de belastingheffing niet
gesteld op hun volle nominale waarde, ter
wijl ook in natura ontvangen loon, zoals het
vrij genot van een woning of gratis vuur, licht
en water, voor de belastingheffing wordt ge
waardeerd naar gematigde normen. Ook die
fiscale voordelen geniet alleen de loontrekker,
en niet de zelfstandige, evenals bijvoorbeeld
het voordeel van niet-belaste geschenken ter
gelegenheid van een dienstjubilieum. Ander
zijds heeft de zelfstandige wel het voordeel
dat goederen en diensten die hij voor eigen
gebruik aan het bedrijf onttrekt laag worden
geschat, terwijl de fiscus hem ook soepel te
gemoet treedt waar het betreft zijn voorraad-
waardering en zijn afschrijvingen. Daarnaast
zullen bij hem ontvangen 'relatiegeschenken'
veelal fiscaal buiten beschouwing blijven. En
dan zijn er nog verschillen zoals de investe
ringsaftrek en de mogelijkheid van vervroeg
de afschrijving (voordelen voor de betreffen
de zelfstandigen) en inzake onbelaste premies
bij spaarregelingen (een voordeel voor de
daaraan deelnemende loontrekkenden) en
zovoort.
Achtergrond van de meeste verschillen:
doelmatigheid
Het is echter duidelijk dat niet al die verschil
punten kunnen worden weggenomen. Sommi
ge zijn zelfs uitdrukkelijk door de wetgever
bedoeld. Een duidelijk voorbeeld daarvan is
de last die op de werkgever drukt - dus al
leen op de zelfstandige - van de inhouding,
afdracht en administratieve verwerking van
loonbelasting en sociale verzekeringspremies
van de loontrekkenden die hij in dienst heeft.
Die regeling is een onderdeel van een effici
ënt systeem van inning, dat wel een ongelijk
heid tussen twee groepen teweegbrengt, maar
waarvan de afschaffing meer nadeel dan voor
deel zou meebrengen. Ook de investeringsaf
trek - een regeling ten gunste van de zelf
standige - kan men in dat licht zien, evenals,
voor werknemers de vrijstelling voor premie-
en winstdelingsspaarregelingen. 'Het meren
deel van de verschillen' - aldus het rapport -
'hangt samen met eisen van doelmatigheid en
belastingtechniek'. Daardoor en door hun be
trekkelijk geringe omvang worden alle ge
noemde verschillen althans enigermate ge
rechtvaardigd.
332