in een tevoren vastgestelde volgorde aan de deelnemers uitgekeerd. Degenen, die in het begin 'de bank krijgen', genieten krediet: de genen die het laatst aan de beurt zijn, sparen zonder rentevergoeding. Na afloop van een ronde valt de groep uiteen of wordt een nieuwe regeling getroffen. Het komt voor, dat het storten van het geld aanleiding is voor een sociale bijeenkomst; er wordt even wel ook melding gemaakt van puur zakelijke verhoudingen, waarbij ieder lid na de eerste bespreking alleen nog met de organisator contact heeft. Sparen en kredietverlening in de traditionele en - door het ontbreken van een rentebere kening - eenvoudige vorm kan voor kleine bedragen zinvol zijn. Een moderne ontwikke ling schijnt overigens te zijn, dat tegen rente vergoeding kan worden geleend. Als vergoe ding wordt genoemd 5a7,5procent per maand maar ook wel 20 procent per maand. Deze percentages zijn in dezelfde orde van grootte als bij sommige 'particuliere kredieten' waar voor echter ook hogere percentages woeker rente (tot 100 procent en meer per maand) zijn gerapporteerd. Voor het tot ontwikkeling brengen van goede spaar- en kredietmogelijkheden is inmiddels een coöperatief georganiseerde aanpak mo gelijkheden gaan bieden. De eerste krediet coöperatie is gestart in 1963 als een discussie groep onder leiding van promotor pater Janssen. In februari 1964 begonnen 25 leden met een gezamenlijke inleg van 65. Deze kredietcoöperatie had per 31 december 1970 330 leden met een inleg van f 55.000 en uit staande leningen aan leden voor ruim f 36.000. Het werk van pater Janssen werd na korte tijd overgenomen door pater Barnicle. Deze kreeg de gelegenheid om een snelle ontwik keling van de kredietcoöperaties te bevorde ren. Promotoren bij de oprichting van nieuwe kredietcoöperaties waren veelal priesters en zusters van de katholieke missie doch ook onderwijzers en leraren van (katholieke) scho len alsmede (sinds 1967) functionarissen van het 'Coöperatie-ministerie'. Ook moeten ver meld worden activiteiten van de Presbyteri aanse missie alsmede van het U.S. Peace Corps (vanaf 1965) en later van de Stichting Nederlandse Vrijwilligers. Overkoepeling Op 4 september 1968 kon worden overgegaan tot de oprichting van de centrale organisatie als overkoepelende organisatie van de toen tertijd 33 door de overheid geregistreerde coöperaties. Al spoedig kon op internationaal niveau aansluiting worden verkregen bij ACOSCA-ACECA (Africa Cooperative Saving and Credit Association - Association des Cooperative d'Epargne et de Crédit en Afri- que). De toevertrouwde middelen bestaan voorna melijk uit aandelen ter waarde van 500 francs of 6,50. Statutair is een spaarplicht gesteld: het niet regelmatig sparen kan leiden tot roye ment als lid of tot afwijzing van een krediet aanvraag terwijl ook een boete kan worden opgelegd. Aandelen zijn te verzilveren bij beëindiging van het lidmaatschap waarvoor een opzegtermijn van zes maanden geldt. Le den kunnen bovendien direct opvraagbare de posito's plaatsen. Ten aanzien van deze depo sito's heeft de coöperatie echter-evenmin als ten aanzien van de aandelen - géén verplich- 266

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 48