ernstig gesproken in de vergaderingen van
de raad van beheer en van de hoofddirec
tie, waar de twee gesprekspartners elkaar
vinden.
Het is met deze vraagstukken niet zó dat op
korte termijn oplossingen worden gevonden,
waarvan men mag veronderstellen, dat zij
het algemeen gevoelen in beide organisaties
weergeven. Het vinden van deze oplossin
gen betekent denkwerk en vooral het uit
wisselen van gedachten, waarvoor nu een
maal tijd nodig is. Wanneer men bedenkt, dat
hiermede eerst in het najaar is begonnen en
allerlei beslommeringen uit het dagelijkse
werk toch ook aandacht moeten hebben, dan
zal men begrijpen, dat dit werk niet zó ver
is gevorderd dat hierover al bepaalde uit
gangspunten voor een gedachtenwisseling
kunnen worden geboden.
In dit werk, dat ik het best kan weergeven
met het Engelse woord 'brainstorming', is het
logisch dat de ene gedachte door de an
dere wordt gevolgd. Dit is niet alleen het
aantrekkelijke van deze voorbereiding, maar
dat is ook nodig om tot zo goed mogelijke
uitgangspunten voor een gedachtenwisseling
in beide organisaties te komen. Wanneer bij
voorbeeld over het al dan niet bindend zijn
van het rente-advies in het begin de gedachte
was gevormd om afwijkingen van het advies
mogelijk te maken door goedkeuring van ex
ploitatiebegrotingen, waarin aan de hand van
de rentabiliteits- en solvabiliteitspositie en
de personeelsformatie bepaalde rentetarieven
zouden worden goedgekeurd, is ook deze ge
dachte weer gewijzigd en door een andere
gedachtengang gevolgd. Daarbij gaat men
ervan uit, dat de bestuursorganen van de
plaatselijke banken zelf een grote verant
woordelijkheid voor de gang van zaken bij
hun bank hebben. Daarom is in een volgend
stadium de gedachte gerezen om exploitatie
begrotingen te doen indienen en alleen wan
neer binnen een bepaalde termijn zou blijken,
dat deze aanleiding kunnen geven tot ver
schillen van inzicht, een gesprek tussen ver
tegenwoordigers van de centrale bank en de
betrokken plaatselijke bank te doen plaats
vinden.
Ik geef u dit alleen als voorbeeld om aan
te tonen, dat ernstig wordt gezocht naar op
lossingen voor organisatorische verhoudin
gen, die een uitgangspunt kunnen vormen
voor de daarop volgende gesprekken met
vertegenwoordigers van beide organisaties.
Ik zou ook andere voorbeelden kunnen noe
men, zoals de procedure bij de benoeming
van een directeur van een plaatselijke bank
of de wijziging van werkgebieden. Ik wil in
deze vergadering echter niet op deze hele
problematiek ingaan, omdat ik dan zou voor
uitlopen op een discussienota, die nog niet
klaar is. Ik wil u slechts verzekeren dat deze
problematiek ernstig wordt bezien om in de
genoemde colleges uitgangspunten te vinden
voor de gesprekken met de vertegenwoordi
gers van de aangesloten banken in het ver
band van de (k)ringen en de centrale (kring
vergadering. Hetzelfde geldt uiteraard voor
regels, die in een nieuwe centrale bank zul
len moeten gelden voor de rentevergoeding
aan de lokale banken, de liquiditeitsbeheer-
sing en dergelijke. Hierbij zijn alle deelnemers
aan het gesprek, dat moet leiden tot de dis
cussienota, die in beide organisaties moet
258