de boerenleenbank
U ITGAVE VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK
TE EINDHOVEN J U N I 1 971 No. 595
Vanzelfsprekend staat het junlnummer van
ons blad voor het leeuwedeel in het teken van
de op 27 mei gehouden algemene vergade
ring; de vergadering waarop de bij de Coö
peratieve Centrale Boerenleenbank aangeslo
ten banken zich unaniem schaarden achter
het streven tot samengaan met de Utrechtse
organisatie.
De heer Mertens, voorzitter van de raad van
beheer van de CCB, in zijn openingsrede:
'Toen wij verleden jaar in de algemene ver
gadering het voorstel van de gemeenschap
pelijke vestigingsregeling aan de orde stel
den, is mij gevraagd, of dat voorstel een be
ginpunt dan wel een eindpunt zou zijn. Ik heb
toen geantwoord, dat het in de eerste plaats
een toetssteen zou zijn en dat ik een verder
gaande samenwerking tussen beide land
bouwkredietorganisaties allerminst uitsloot'.
(Zie 'De Boerenleenbank' juni 1970, pagina
225).
In zijn toelichting op de jaarstukken heeft al
gemeen directeur, mr. Ph. C. M. van Campen,
de waarschuwende vinger als hij het heeft
over de weinig rooskleurige monetaire-eco-
nomische toestand in ons land. 'Het is duide
lijk dat zo'n situatie niet kan voortduren, zon
der dat ernstige moeilijkheden ontstaan. Dit
betekent dat aan de binnenlandse overbeste-
ding een eind zal moeten worden gemaakt.
Alle bestedingscategorieën, de overheidsbe
stedingen, de particuliere consumptie en de
bedrijfsbestedingen, zullen daartoe een bij
drage moeten leveren'.
221