komen, meen ik te kunnen volstaan na de meer gedetailleerde toelichting die op de kringvergaderingen reeds is gegeven. De aanvaarding van de voorstellen die u zijn gedaan met betrekking tot de jaarstukken over het verslagjaar, die zo dadelijk door de voorzitter van deze algemene vergadering aan de orde zullen worden gesteld, zal voor allen bij de centrale bank betekenen, dat wij op uw medewerking en vertrouwen zullen mogen blijven rekenen bij ons streven om de aan gesloten banken in staat te stellen tot een op timale waarneming van hun maatschappelijke en economische taak. Daarin, ik herhaal dat gaarne, zult u op ons kunnen blijven rekenen, nu en in de toekomst, die van ons gezamenlijk een inspanning vraagt om ook de voorgenomen samenwerking met Utrecht tot een succes te maken. Ik twijfel er niet aan, dat wij met uw medewerking ook wat dat betreft erin kunnen slagen om de na gestreefde bundeling van krachten te doen strekken tot versterking van de financiële positie van de beide coöperatieve bank- organisaties in haar geheel en daarmede tot de versterking van de sociaal-economische positie van allen die van onze inzet en me dewerking afhankelijk zijn. Tot dat doel eens gezind te blijven werken moge de vrucht zijn van de beraadslagingen en van de besluiten in deze algemene vergadering. 253

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 35