vóór belastingen van de gehele organisatie,
ondanks de aanhoudend sterke kostenstij
ging, met 33 procent toenemen van 49 mil
joen tot 65 miljoen. De belastingen beliepen
in 1970 f 26 miljoen, tegenover 17 miljoen
in 1969.
In procenten van het gemiddelde balansto
taal kwam de bedrijfswinst daarmee op 0,85
procent, te vergelijken met 0,76 procent in
1969.
Eerlijkheidshalve moet worden opgemerkt
dat de vooruitzichten voor 1971 minder guns
tig zijn. De rente- en provisiemarge zal zich
op hetzelfde niveau kunnen handhaven, maar
de bedrijfskosten zullen wederom sterk toe
nemen. Het ziet er dan ook naar uit dat de
bedrijfswinst, ondanks de toegenomen be
drijfsomvang, enige daling zal ondergaan.
Indien wij een poging doen om de ontwik
keling van onze boerenleenbankorganisatie te
vergelijken met die van andere bankorgani-
saties en indien wij daarbij wat betreft de
handelsbanken het zogenaamde Eurovaluta-
bedrijf buiten de vergelijking brengen, dan
heeft onze Economische Afdeling voor de
jaren 1967/1970 de navolgende groeipercen
tages voor de balanstotalen kunnen vaststel
len voor de onderscheidende bankinstellin
gen:
1968
1969
1970
1967/1970
ABN
17,0
18,4
18,9
64,8 (3)
AMRO
18,4
18,9
14,0
60,5 (4)
NMB
23,7
15,3
16,3
65,9 (2)
CCRB
14,2
16,9
14,6
53,0 (5)
CCB
18,6
16,4
21,2
67,2 (1)
CCRB/CCB
15,9
16,7
17,3
58,6
In deze vergelijking komt onze organisatie als
250
de snelste groeier te voorschijn. Indien wij
echter kijken naar de rentabiliteitsuitkomsten
blijkt, dat voor deze snellere groei ook een
hogere kostprijs moest worden betaald. Bij
vergelijking van de rentabiliteitsgegevens
komt onze zusterorganisatie van Utrecht naar
voren als de bankorganisatie, die de sterkste
groei vertoont in rentabiliteit. Dit behoeft niet
te verwonderen, indien wij in aanmerking ne
men, dat bij geen bankorganisatie in Neder
land het balanstotaal per personeelslid ho
ger ligt dan bij onze zusterorganisatie van
Utrecht. Beloopt het balanstotaal per perso
neelslid bij de organisatie van Utrecht een
bedrag van f 1.429 miljoen per eind 1970 voor
onze organisatie is het overeenkomstig be
drag f 1.294 miljoen. Daarmede liggen wij
nog altijd boven het overeenkomstige bedrag
van het balanstotaal per personeelslid bij
andere bankinstellingen. Ook indien wij de
winst uitdrukken per gemiddeld personeelslid
loopt Utrecht voorop met een bedrag van
f 16.675. Dan volgt de organisatie van Eind
hoven met een bedrag van f 10.824. Daarna
volgen achtereenvolgens de Amro, de NMB
en de ABN. Indien wij deze cijfers op ons
laten inwerken kunnen wij vaststellen, dat de
beide landbouwkredietorganisaties, die sa
men over 2.900 vestigingspunten beschikken,
als ideale fusiepartners kunnen worden be
schouwd. Indien wij erin slagen om onze
krachten zodanig te bundelen dat wij geza
menlijk de grootste groeiers blijven èn wat be
treft de toevertrouwde middelen èn wat be
treft het rendement dan kunnen wij door de
handen ineen te slaan extra zekerheid vin
den in een onzekere toekomst, waarin voor
menig bedrijf de kostenstijging fataal dreigt
te worden.