Welnu, wat betreft het korte bedrijf is onze
organisatie tegen het eind van 1970 in nogal
verregaande mate de voor ons geldende norm
te boven gegaan.
De korte kredietverlening van onze bank be
treft in het algemeen de bedrijfsfinanciering
van de leden in lopende rekening.
Ondanks de kredietbeperking hebben de boe
renleenbanken nauwelijks enige hinder in hun
uitzettingsbeleid daarvan ondervonden.
Toch is het noodzakelijk ons op deze ont
wikkeling te bezinnen. Hierbij past immers
een beleid, zowel bij de centrale bank als bij
de plaatselijke banken, om te trachten de
overschrijding van de norm voor de korte kre
dietverlening terug te brengen, onder meer
door langdurige debetsaldi in lopende reke
ning om te zetten in geldleningen op middel
lange of lange termijn. Daarbij moeten we
evenwel rekening houden met de kredietbe-
perkingsregeling voor het lange bedrijf. Deze
houdt in dat het totaal van de lange uitzettin
gen niet mag toenemen boven de aanwas van
de spaargelden. Hoewel hierbij geen sancties
gelden in de zin van een strafdeposito be
schouwen wij het als onze plicht teneinde
tegenover De Nederlandsche Bank en règle
te zijn, al die maatregelen te nemen die ertoe
kunnen leiden dat wij het lange bedrijf in
evenwicht houden.
In het afgelopen jaar hebben wij dit niet waar
kunnen maken. Ook hier bevond onze orga
nisatie zich in sterke mate in overschrijding.
Het is duidelijk dat wij ons hebben bezonnen
op maatregelen om in dit opzicht aan de richt
lijnen van De Nederlandsche Bank te kun
nen voldoen.
Zo heeft de centrale bank in dit kader effec
ten afgesloten voor een totaalbedrag van
70 miljoen in 1970 en voor ongeveer
55 miljoen in 1971 tot nu toe. In dit
beleid tot herstel van het evenwicht in het
lange bedrijf paste ook de uitgifte van een
obligatielening door de centrale bank ter ver
sterking van de beschikbare lange middelen.
Helaas hebben de internationale monetaire
ontwikkelingen, waarover ik hierna nog na
der kom te spreken, ons genoodzaakt de in
schrijving op deze lening tot een later tijd
stip uit te stellen. Daarbij rekenen wij erop,
dat wij als eerste aan de beurt zullen zijn, in
dien de mogelijkheid tot het plaatsen van obli
gatie-emissies weer zal worden opengesteld.
Ook indien wij op deze prioriteit rekenen
vervalt daarmede nog geenszins de nood
zaak om ons beperkingen te blijven opleg
gen voor wat betreft het verrichten van
lange uitzettingen. Daarbij hebben wij ech
ter zeer bewust geen inbreuk willen maken
op het terrein van de bedrijfsfinanciering van
de leden van onze banken. Noch voor wat
betreft de bedrijfsfinanciering op korte ter
mijn, noch voor wat betreft de bedrijfsfinan
ciering op lange termijn. Op dit zo belangrijk
onderdeel van de financieringstaak van de
boerenleenbanken zijn praktisch geen beper
kingen van toepassing. De beperkingen die
met ingang van 1 januari 1971 zijn ingevoerd,
betreffen in het bijzonder de woningfinancie
ring.
In het kader van een evenwichtige samen
stelling van de uitzettingen van onze organi
satie was een dergelijke beperking wel op
zijn plaats. Wij zijn sterk uitgelopen wat be
treft de financiering van de woningbouw. Het
aandeel van de woningbouwfinanciering in
het totaal van de uitzettingen is de laatste ja-
245