acht het dringend gewenst, dat op korte ter mijn de door de Commissie-Wellen over een dergelijk instituut ontwikkelde gedachten wor den gerealiseerd. Het is naar mijn mening van groot belang, dat, al is het maar bij wijze van experiment, in de praktijk ervaring wordt opgedaan met de werking van zo'n instituut. Dat daarbij het landbouwkredietwezen ten nauwste zal wor den betrokken is duidelijk. Stelde ik zoéven, dat de land- en tuinbouw in een zorgelijke situatie verkeert, enkele sec toren worden in hun bestaan ernstig bedreigd. Dat geldt in het bijzonder voor de fruitteelt en de leghennensector. Wel zijn er verschillen de maatregelen getroffen om tijdelijke moei lijkheden te overbruggen; maar indien er niet spoedig een aanmerkelijke prijsstijging komt voor fruit en voor eieren, dan zullen vele be drijven in deze sectoren gedwongen worden te liquideren. De onlangs opgetreden valutacrisis, die weer opnieuw een ernstige deuk heeft veroorzaakt in het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de EEG, heeft de positie van de Nederlandse land- en tuinbouw zeker niet versterkt. Uit de ontwikkelingen van de laatste jaren blijkt wel, dat er van een werkelijke EEG geen sprake kan zijn, zolang niet het monetaire, sociaal-economische en fiscale beleid in de betrokken landen is geharmoniseerd. De landbouw heeft de EEG-wagen tot nu toe op voorbeeldige wijze en met grote inspanning en niet zonder succes getrokken, maar de wagen blijft keer op keer steken in de mod der, die niet door de landbouw zelf wordt ver oorzaakt. Onder de gegeven omstandigheden kunnen we slechts hopen, dat de zwevende mark en gulden spoedig tot het verleden zullen beho ren en dat er geen revaluatie nodig zal zijn. Alsdan kan worden voorkomen, dat het EEG- landbouwbeleid ernstig schade wordt toege bracht en dat de exportmogelijkheden en daarmee de prijsvorming van agrarische pro- dukten onder extra druk komen te staan. Midden- en kleinbedrijf in de niet-agrarische sector De kredietverlening door onze organisatie aan het niet-agrarische midden- en kleinbe drijf bewoog zich in het verslagjaar op on geveer hetzelfde niveau als in het voorgaan de jaar. De omzetten in het midden- en kleinbedrijf konden zich in 1970 weer enigszins herstel len na het zeer moeilijke jaar 1969, toen de invoering van de BTW en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen een ernstige stagna tie in de omzet veroorzaakten. Een herstruc turering van deze bedrijfstak is echter om de toekomstige ontwikkelingen te kunnen opvan gen naar mijn mening noodzakelijk. Daarmee zijn aanzienlijke investeringen gemoeid, die zonder hulp van de overheid niet kunnen worden verricht. Deze hulp van de overheid wordt onder andere gegeven in de vorm van door de overheid gegarandeerde kredieten voor het midden- en kleinbedrijf. Door de in maart 1970 ingestelde Commissie Financie ringsaangelegenheden Midden- en Kleinbe drijf wordt de gehele materie van deze ga rantiekredieten opnieuw bestudeerd; daarbij wordt zowel een onderzoek ingesteld naar het pakket van mogelijkheden dat de garan tiekredieten dienen te geven als naar de wij- 238

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 20