werk hebben te verzetten. Er is nu slechts een
raam aangegeven waarbinnen de regelingen
moeten worden uitgewerkt. Slechts wanneer
de exacte ontwerpen bekend zijn zullen de
concurrentie-vervalsende subsidies die nu in
sommige lidstaten worden toegepast, tot het
verleden behoren.
Prijsmaatregelen
In vergelijking met de structuurmaatregelen
zijn de ministers het vrij snel over de prijs
maatregelen eens geworden. Dit is tamelijk
vreemd, daar de belangen van de lidstaten
hier toch ook tegengesteld waren. Misschien
hebben de buiten-parlementaire acties van
de boeren, vooral tegen het prijsbeleid ge
richt, tot deze snelle besluitvorming bijge
dragen. Ook het feit dat de zuivel- en tarwe-
voorraden geheel of goeddeels zijn wegge
werkt, heeft ongetwijfeld invloed gehad op
de genomen beslissingen. In dit licht bezien
is er toch nog een positieve zijde aan het
feit dat de Europese Commissie bijna een
jaar te laat met haar prijsvoorstellen is ge
komen. Immers een jaar geleden was er wei
nig hoop voor prijsverhoging van de voor
naamste landbouwprodukten: melk en tarwe.
Veehouderij
De beslissingen ten aanzien van de prijzen
in de rundveehouderij zijn uiteindelijk prak
tisch gelijk aan de eisen die hierover door de
georganiseerde landbouw waren gesteld.
Met name de melkprijsverhoging van zes pro
cent beantwoord volledig aan de verwach
tingen. Deze verhogingen zullen gerealiseerd
worden door middel van hogere interventie
prijzen voor boter en magere melkpoeder.
Verdere prijsveranderingen in de melkvee
houderij betreffen de verhoging van de steun
voor vloeibare ondermelk en voor magere
melkpoeder, die voor dierlijke voeding be
stemd is.
De prijswijzigingen in de rundvleessector
hebben de minste problemen opgeleverd. Dit
is niet zo verwonderlijk, wanneer men be
denkt dat de Europese Gemeenschap nog
steeds een tekort heeft aan rundvlees. De
oriëntatieprijs voor volwassen runderen gaat
met ingang van het verkoopseizoen 1971-
1972 met zes procent omhoog en nog eens
met vier procent in het seizoen 1972-1973.
De oriëntatieprijs voor kalveren gaat met drie
procent omhoog.
Akkerbouw
In tegenstelling tot in de rundveehouderij zijn
198