ken. Ook de accountantsdienst van de aan gesloten banken zal gedeeltelijk in de regio's komen te werken. Verder ging de centrale kringvergadering ak koord met een door de komende algemene vergadering goed te keuren uitgewerkt voor stel aangaande de uitbreiding van de vesti gingsregeling 1970 tot alle plaatsen, dat wil zeggen ook tot plaatsen met meer dan 30.000 inwoners. De regeling is destijds in het leven geroepen om in gezamenlijk overleg een doelmatig vestigingsbeleid van leden-plaatse lijke banken te bevorderen. Gezien het stre ven naar samengaan van beide centrale ban ken, werd een uitbreiding van de regeling wenselijk geacht. Herziening statuten In de loop der jaren bleek er behoefte te bestaan de model-statuten voor de boeren leenbanken aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. Aanvankelijk was het de be doeling de statuten aan te passen door mid del van een inmiddels in studie genomen al gehele herziening. In het kader van het voor genomen samengaan van Utrecht en Eindho ven dient echter te worden gestreefd naar het zoveel mogelijk op elkaar afstemmen van de grondslagen en de werkwijze van de plaatse lijke boerenleenbanken en raiffeisenbanken. In overleg met de CCRB en na bespreking in de centrale kringvergadering is dan ook besloten de algehele herziening voorlopig 'in de ijskast' te zetten en de herzieningsvoor- stellen te beperken tot die bepalingen, die door de praktijk dringend wijziging behoeven. Het betreft: de wijziging van de statutaire titel van kassier in directeur, de mogelijkheid meer dan één directeur aan te stellen en de mo gelijkheid van ontheffing van de eis, dat de kassier voorlopig voor een periode van twee jaar wordt benoemd; de mogelijkheid dat het bestuur bevoegdheden en taken aan een of meer bestuursleden en/of aan de directie op draagt; uitbreiding van de mogelijkheid blan co uitleningen te verstrekken; de ontbinding en de statutenwijziging. 181

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 11