Pelgrimage
erop, dat u niet alleen met uw overburen in
broederschap zult samenleven, maar met de
hele gemeente. Ik wens u in dat streven gaar
ne alle succes. Uw tevreden klanten wens ik
toe, dat zij na gedane arbeid de gelegenheid
krijgen op uw banken uit te rusten. U begrijpt,
dat het gemeentebestuur uw gift met grote
dankbaarheid aanvaardt.'
Mr. Ph. C. M. van Campen, algemeen direc
teur, verheelde niet dat hij met enige schroom
naar Geldrop was gekomen. 'Ik heb het op
gevat als een soort pelgrimage naar een kost
baar oord, waarbij ik mij ervan bewust ben,
dat een pelgrimage na het serieuze deel vere
nigbaar is met feestvreugde, die ook hier al
leszins op zijn plaats is. Die pelgrimage be
treft de oudste bank in onze organisatie. Dat
betekent dat de eerste beheerders van deze
bank aan de oprichting van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank hebben meege
werkt. Maar dat niet alleen! Hier in Geldrop
verrichtte - en het is wel typerend voor de
latere ontwikkeling dit erbij te vermelden -
de industrieel Vincent van den Heuvel zijn
pionierswerk, dat ertoe leidde, dat aan het
einde van de vorige eeuw de eerste boeren
leenbanken in Brabant en Limburg werden
opgericht. Hier leefde en werkte Albert Ni-
colaas Fleskens, opvolger van Vincent van
den Heuvel als voorzitter van het bestuur van
de centrale bank, voor zijn gemeente, voor
zijn boerenleenbank en voor de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank. Gedurende 38 jaar
maakte hij deel uit van het bestuur van de
centrale bank. Daarom is het niet overdre
ven te zeggen, dat Geldrop de bakermat van
de boerenleenbankorganisatie is. En wan
neer deze pioniers zouden kunnen zien tot
welk resultaat hun werk heeft geleid, dan
zouden zij, weliswaar bedachtzaam, maar toch
goedkeurend knikkend van hun tevredenheid
getuigen'.
Over hetgeen burgemeester Van Lanschot in
zijn toespraak zei over overledenen die
in de 17e eeuw begraven werden met een
geldstuk in de hand, merkte de heer Van
Campen op: 'Als er destijds een persoonlijke
lening had bestaan, zou men deze zeker ook
aan zijn doden hebben meegegeven'.
Over de verwantschap van 'geld' met 'broe
derschap' zei de heer Van Campen dat de
132