I
die, zoals u uit de 'krant van de-bank-voor-
iedereen' begrepen zult hebben, niet zonder
betekenis voor Geldrop is. 'Geld stinkt niet'
is een welbekende uitspraak, die het in som
mige kringen tot bon mot gebracht heeft. Het
is ook een oude, in bepaald opzicht zelfs een
klassieke kreet te noemen. Het verhaal gaat
namelijk dat de zoon van keizer Vespasianus
er bij zijn vader bezwaar tegen maakte, dat
hij belasting wilde heffen van zo'n vuile zaak
als de riolen. De keizer had er namelijk min
der moeite mee, gehoord zijn reactie: 't Geld
stinkt niet'.
Toch is er iets niet in orde met dat geld. 't
Geld brengt velen in de helle, maar blijft er
zelf buiten' zeggen ze in Vlaanderen alwaar
ze ook zeggen: 'Daar geld is, de duivel is,
daar geen geld is, de duivel en zijn moere is'.
Geld is bekend als het slijk der aarde of er
ger nog: als drek der hel.
Ik heb de moeite genomen dat merkwaardi
ge verschijnsel wat verder uit te zoeken.
Een plutocratie is zoals u weet een heer
schappij van de rijkdom. Het woord is ont
leend aan het Griekse woord voor rijkdom,
waaraan ook de Romeinse Pluto zijn naam
ontleende; deze Pluto was de god van de
onderwereld en het Romeinse equivalent van
de Griekse Hades. Hades, heerser van de
bodemschatten, in het bijzonder van de edel
stenen en de edele metalen. Hij was tevens
de personificatie van de volslagenheid van de
dood en hij heerste over het mistroostige rijk
van de schimmen, waaruit hij niemand vrij
willig liet ontvluchten. De weinigen die terug
keerden berichtten over hem als de meest
gehate aller goden. Bij dit alles laat het slijk
der aarde, de drek der hel en de duivel zich
zelf wel verklaren. Dat men de overledenen
veergeld meegaf om de rivier die het schim
menrijk omsloot overgezet te kunnen worden,
valt aldus ook te verklaren.
Trouwens in de zeventiende eeuw gaf men
in Frankrijk de doden het grootste geldstuk
dat zij bezaten in de hand mee, 'afin qu'il soit
mieux regu en l'autre monde', opdat men in
de andere wereld meer zou krijgen.
Alle kwalijke eigenschappen die men in de
loop der tijden aan geld verbonden heeft, zijn
vereend in de persoon van Mammon, alias
de grootste slavenhouder. Met zijn eigen
priesters, net zo goed als Zeus, Venus en
Hermes. Hij is de Aramese personificatie van
de rijkdom en de mythologische voorloper
van Hades en Pluto.
Dat de bijbel ons aanspoort vrienden te ma
ken door middel van de onrechtvaardige
mammon, vindt zijn verklaring hierin, dat de
mammon maar al te vaak tot onrechtvaardig
heid aanleiding geeft; hiermee bedoelt de bij
bel dat men hem ook ten goede kan aanwen
den.
Is deze gedachte voor het gemeentebestuur
aanleiding geweest mee aan te sturen op de
vestiging van deze mammon-vertegenwoor-
diging tegenover Geldrops dekenale kerk?
Misschien is dit de tweede coïncidentie.
De etymologie van het woord 'geld' verschaf
te mij tenslotte nog een andere coïncidentie,
die mij in dit geheel bijzonder welkom was.
Bij alle betekenissen die het woord 'geld' in
zijn geschiedenis heeft gehad, van betaling
tot boete, schuld, schade en belasting, spreekt
de Angelsaksische van rond het jaar 1000
mij thans het meeste aan: want daar en toen
betekende Galt: Broederschap. Ik vertrouw
131