structuurbeleid. Dit structuurbeleid blijkt bij
voorbeeld uit de gedachte, dat de grondbank
slechts belangstelling moet hebben voor ak
kerbouwbedrijven van tenminste 50 hectare
(respectievelijk 80 als het gaat om samen
werking van twee of meer boeren) of weide-
bedrijven van tenminste 30 hectare (respec
tievelijk 50 als het gaat om samenwerking).
Dit is een wellicht wat vergaande maar als
gedachtebepaling wel interessante concreti
sering van wat voordien al door de Werk
groep van het Landbouwschap zonder con
crete getallen was gesteld. Deze werkgroep
had er namelijk ook al op gwezen, dat het be
leid van de grondbank gericht moet zijn op be
drijven met een rendabele produktie-omvang.
Daarnaast is erop gewezen, dat de grond
bank omwille van haar eigen rentabiliteit haar
beleggingen niet al te zeer kan versnippe
ren.
Een wezenlijk met de Werkgroep van het
Landbouwschap verschillend standpunt geeft
de Commissie Wellen, als het gaat om de
de voorwaarden waartegen de grond aan de
boer in gebruik moet worden gegeven. Bei
de commissies denken aan erfpacht voor
26 jaar. Beide denken aan een jaarlijkse ca
non van 4 a 41/2 procent van de koopsom
naast de voor rekening van de erfpachter ko
mende zakelijke lasten.* Het verschil zit voor
al in de staart. De werkgroep van het Land
bouwschap ging ervan uit, dat de boer na 26
jaar in beginsel recht heeft op verlenging of
althans recht heeft op terugkoop. De Com-
De Commissie Wellen denkt blijkbaar aan een ca
non, die gedurende 26 jaar gelijk blijft; de Werkgroep
Landbouwschap dacht aan een canon, die periodiek
aangepast wordt bij wijzigingen van de algemene
rentevoet en bij wijzigingen in de waarde van het ob
ject.
missie Wellen gaat er echter van uit, dat de
boer deze rechten in beginsel niet heeft.
Het zonder meer uitsluiten van verlenging of
terugkoop wil de Commissie Wellen niet. De
erfpacht zou echter in ieder geval moeten ein
digen als:
- de grond inmiddels een niet-agrarische
bestemming heeft gekregen of binnenkort
zal krijgen;
- de erfpachter inmiddels ouder dan 65 jaar
is geworden en hij het bedrijf niet wil over
dragen aan een van zijn kinderen;
- de grootte van het bedrijf niet meer voldoet
aan de dan geldende normen voor de mi
nimum-oppervlakte.
In alle hierboven genoemde gevallen ver
krijgt de grondbank dus zonder meer de vol
le eigendom van de grond. De overheid be
taalt daarvoor een prijs, die niet hoger is dan
de oorspronkelijke waarde van verpacht land.
Daar komt bij een renteverlies voorzover ge
durende de erfpachtstermijn van 26 jaar de
voor de overheid geldende rentevoet hoger is
dan de door de boer te betalen 4 procent. On
der de huidige omstandigheden staat daar te
genover een waardestijging van 20 a 50 pro
cent doordat het land vrij van pacht komt. Een
goede winstkans heeft deze grondbank in ie
der geval als de grond na 26 jaar een niet-
agrarische bestemming heeft gekregen.
Financiering gebouwen wordt moeilijker
Een ander punt is, hoe het moet gaan met de
financiering van de gebouwen. De Commissie
Wellen stelt voor, dat de boerderij met het
erfperceel volle eigendom van de boer moet
blijven. Vestiging van gebouwen op de erf-
137