Kapitaalmarkt papier worden genoemd. De banken beschik ten niet eens over voldoende financierings middelen om de betaling ervan te verrichten. Dat zij bij De Nederlandsche Bank slechts voorschotten tot 76 miljoen behoefden op te nemen is te danken geweest aan de terug keer van ƒ111 miljoen bankpapier, aan de uitkering van 350 miljoen door het rijk aan de gemeenten en aan de bereidheid van De Nederlandsche Bank om kassadollars tegen drie maanden op te nemen. De grote belangstelling van de banken voor schatkistpapier wordt niet alleen teweegge bracht door de omstandigheid dat het bezit aan liquide middelen wat ruimer is geworden, maar vooral ook door de verwachting dat de rentevergoeding op schatkistpapier verder zal dalen. De maanden januari en februari hebben op de obligatiemarkt een groot aantal emissies te zien gegeven. Er heerste een duidelijke ten dens naar rentedaling die werd gevoed door de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, waar de tarieven vrij snel na elkaar licht om laag zijn gegaan. De afgelopen maanden was het succes van veel leningen te danken aan de omvangrijke buitenlandse belangstelling voor Nederland se obligaties. De interesse van deze zijde neemt langzamerhand wat af. In de naaste toekomst zal de ontwikkeling van de vraag uit het buitenland naar Nederlandse obliga ties grote invloed uitoefenen op de noterin gen in deze sector. Staatslening Van de daling van het renteniveau en van de belangstelling uit het buitenland voor beleg ging in Nederland heeft minister Witteveen gebruik willen maken, door tegen scherpe voorwaarden een staatslening uit te schrij ven. Bovendien probeerde de minister op de ze wijze de binnenlandse markt wat af te ro men. Het rentepercentage van deze lening be draagt 71/2, de uitgiftekoers 99 procent en de looptijd ten hoogste 25 jaar. De vaststelling van het bedrag geschiedde na de inschrijving. In financiële kringen werd met spanning uit gekeken naar de inschrijvingen op deze le ning. Zouden de wat schriele voorwaarden toch voldoende zijn om de lening een succes te laten worden? De praktijk wees uit dat, hoewel minister Witteveen met zijn jongste staatslening 250 miljoen heeft binnengehaald, de lening niet erg gunstig was ontvangen. De toewijzingen bedroegen dan ook meer dan 90 procent. Uit de eerste disagionoteringen op de Am sterdamse beurs kan worden afgeleid dat nog heel wat kopers hebben gemajoreerd (voor meer ingeschreven dan ze nodig hadden), kennelijk in de overtuiging dat het buitenland zich weer op grote schaal zou komen melden. De geringe aankopen door het buitenland zijn waarschijnlijk niet te wijten aan de lagere rente, maar zijn eerder het gevolg van het langlopende karakter van de lening. Een groot deel van het buitenlandse kapitaal dat be leggingsmogelijkheden in Nederland komt zoeken, draagt een speculatief karakter. 123

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 37