Werkgroepen en contactgroepen
De bank in Amsterdam heeft de taak overge
nomen van de Voorbereidingscommissie die
in het leven was geroepen om de eerste fase
van de samenvoeging te realiseren. In een
vrij vroeg stadium al was deze commissie
overgegaan tot de instelling van een aantal
paritair samengestelde werkgroepen en con
tactgroepen, geformeerd uit functionarissen
van de beide centrale banken. De werk- en
contactgroepen hebben tot taak vrijwel het
gehele werkterrein en alle activiteiten van de
Utrechtse en de Eindhovense organisatie te
inventariseren en te vergelijken. Tevens moe
ten zij advies uitbrengen over de wijze waar
op de daarvoor in aanmerking komende
bankactiviteiten in de overgangsfase kunnen
worden ingebracht in de Coöperatieve Raif-
feisen-Boerenleenbank, daarbij zoveel mo
gelijk rekening houdend met de integratie
van alle activiteiten in de eindfase. Verder
moeten de werk- en contactgroepen advise
ren over hoe zowel in de overgangsfase als
in de eindfase deze activiteiten administra
tief verwerkt moeten worden in Amsterdam
en/of in Utrecht en/of in Eindhoven. De groe
pen hebben voorts een adviserende taak met
betrekking tot vraagstukken over hoe overi
gens, functioneel en geografisch, de samen
werking, respectievelijk vestiging van de ac
tiviteiten dient te worden gerealiseerd.
Verhouding tussen de centrale banken
en de aangesloten banken
Het vraagstuk van de verhouding tussen de
centrale banken en de aangesloten banken,
gezien in het licht van het streven naar sa
mengaan van Utrecht en Eindhoven, geniet
zeer speciaal de aandacht. Daarbij wordt de
grote betekenis gehecht aan de vorming van
een goed gestructureerde organisatie in de
eindfase van de samenwerking. Bij de ge-
dachtenontwikkeling en besluitvorming daar
over zullen in het bijzonder ook de aange
sloten banken van beide organisaties worden
betrokken door middel van de beide alge
mene vergaderingen en de centrale kring-
respectievelijk de centrale ringvergadering.
De in mei 1970 door de algemene vergade
ringen van zowel Utrecht als Eindhoven aan
vaarde vestigingsregeling zal worden uitge
breid tot het gehele land. Men hoopt hier
door te komen tot een rationele en econo
misch verantwoorde spreiding van de vesti
gingen over het gehele land. Aan de komen
de algemene vergaderingen zal worden voor
gesteld, de beperking op te heffen, dat deze
regeling niet van toepassing zal zijn op plaat
sen met 30.000 inwoners en meer. Vooruit
lopend daarop hebben beide centrale banken
met instemming van de centrale ring- respec
tievelijk kringvergadering besloten, reeds nu
een zodanig beleid te voeren alsof de uit
breiding van de vestigingsregeling al een feit
is.
Kredietverlening
In 1970 overtrof de kredietvraag bij de geor
ganiseerde coöperatieve banken het reeds
hoge niveau van het voorafgaande jaar. De
verdeling van de verstrekkingen naar secto
ren verschilt procentueel nagenoeg niet met
die van 1969. Binnen de agrarische sector
was de toeneming van de kredietvraag bij de
grondgebonden bedrijven (akker- en weide-
46