De hoogste couponrente die in 1970 door de staat werd geboden was 8 procent, terwijl de Bank voor Nederlandsche Gemeenten zelfs een 8%-procentslening uitgaf. Het gemiddel de rendement op langlopende staatsobligaties steeg van 7,75 procent per ultimo 1969 tot een top van 8,38 procent op 28 mei. De daarna in tredende geleidelijke daling onderging medio november een versnelling onder invloed van rentedalingen in andere landen. Bedoeld ren dement bedroeg op 17 december 7,60 pro cent. De rentedalingen weerspiegelden zich ook in de voorwaarden van de leningen die tegen het einde van het jaar werden uitgegeven. De Bank voor Nederlandsche Gemeenten gaf bij haar jongste dubbele emissie een 8%-pro- centslening uit, waarvan de looptijd niet 15 maar 25 jaar werd, terwijl voor de kortlopen de lening voor het eerst sedert geruime tijd een rentepercentage beneden 8 procent werd geboden, te weten 7% procent. De rentepercentages van ziekenhuisleningen, die in 1970 over het algemeen vrij goed wer den ontvangen, weerspiegelen duidelijk de wisselende situaties die zich op de kapitaal markt voordeden. Begin 1970 was een per centage van 8% procent nog voldoende om dit soort leningen redelijk te doen slagen, la ter werd dit 9 procent en van juni tot en met augustus 91/2 procent. Gedurende de periode van september tot en met half december werd het 'traditie' om tegen 9% procent te emitte ren; dit percentage stond meestal borg voor een zeer behoorlijke inschrijving. Van eind december tot begin januari kwamen de eerste leningen tegen 9 procent, waar voor zoveel belangstelling bestond, dat een belangrijke reductie moest worden toegepast. Amro-lening Gedurende de periode van half december tot half januari trokken de dubbele emissie van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten en de obligatielening van de Amsterdam-Rotter dam-Bank de meeste aandacht. De Amro-Bank emitteerde voor een bedrag van 75 miljoen, rente 7% procent, looptijd 5 jaar, uitgiftekoers 99% procent. Er bestond voor deze lening zeer grote interesse, vooral van buitenlandse zijde. Omdat het om een be trekkelijk gering bedrag ging, moest een enor me reductie worden toegepast. De obligaties noteerden op de beurs onmiddellijk boven pari. 83

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 45