Geld- en
kapitaal
markt
De geldmarkt
De periode rond de jaarwisseling heeft de zo
lang verwachte ontspanning van de geldmarkt
niet kunnen brengen. De verruiming van de
geldhoeveelheid en de grote belastingbetalin
gen aan het rijk hebben een zware druk op de
markt uitgeoefend. De hoop bestaat dat na
half januari de omvangrijke betalingen van het
rijk de situaties op de geldmarkt weer wat ge
makkelijker zullen maken.
De stemming op de obligatiemarkt was niet
meer zo juichend als in het begin van decem
ber, maar er was toch sprake van een leven
dige handel. De buitenlandse belangstelling
voor Nederlandse obligatieleningen is nog
niet geluwd, waardoor belangrijke emissies
gemakkelijk te plaatsen waren.
Het maken van prognoses met betrekking tot
de ontwikkelingen op de geldmarkt is als ge
volg van de vele nationale invloeden zeer
moeilijk. Gedurende de afgelopen december
maand kwam dit nog eens duidelijk naar vo
ren. Insiders waren van mening dat na St.
Nicolaas een ontspanning van de geldmarkt
niet kon uitblijven. Het rijk had in deze pe
riode omvangrijke betalingen te doen en ver
wacht mocht worden dat de gelden die in ver
band met de feestdagen waren opgenomen,
vrij snel naar de banken zouden terugvloeien.
De krapte op de geldmarkt bleef echter nog
tot begin januari aanhouden, daarna namen
de spanningen af. De weekstaat van De Ne-
derlandsche Bank van 11 januari gaf welis
waar nog geen tekenen van verruiming te zien,
maar de dag na de publicatie vonden zeer
grote betalingen van het rijk plaats, waardoor
de banken hun opgenomen voorschotten
ruimschoots konden halveren.
Goud- en deviezenvoorraad
De goudvoorraad is gedurende de periode
van half december tot half januari met 162
miljoen verminderd. De wijziging was een ge
volg van een verhoging van het Nederlandse
quotum bij het Internationaal Monetair Fonds
met 180 miljoen dollar tot 7.000 miljoen dol
lar. Vijfentwintig procent van het bij te stor
ten bedrag moest namelijk in goud worden
voldaan, teneinde de vereiste verhouding tus
sen goud en deviezen te handhaven. Het de-
viezenverlies dat tegen de helft van decem
ber ontstond, vloeide voort uit betaling van
buitenlandse aankopen door de staat.
Rond de jaarwisseling vond een versterking
van de goud- en deviezenvoorraad plaats. Dit
werd enerzijds veroorzaakt door de dollar
aankopen van De Nederlansche Bank, die
tot doel hadden de verruiming van de geld
markt te bevorderen, en anderzijds door de
77