WET
TOEZICHT
KREDIET
WEZEN
Het huidige toezicht op het particuliere bank
wezen in Nederland wordt door De Neder-
landsche Bank uitgeoefend krachtens de Wet
Toezicht Kredietwezen 1956. In de loop van
de jaren zestig hebben zich in het bank
wezen veranderingen voorgedaan, bijvoor
beeld in de richting van een steeds verder
gaande branchevervaging, terwijl daarnaast
De Nederlandsche Bank in de praktische uit
voering van de wet van 1956 op een aantal
punten op zodanige moeilijkheden gestoten
is, dat de behoefte groeide de wet aan te pas
sen. Het is duidelijk, dat de ervaringen met
het débacle van Teixeira de Mattos mede
aanleiding zijn geweest om de herziening van
de wet stevig aan te pakken. Voor elke in
gewijde was het daarbij duidelijk dat het hier
om een tamelijk ingewikkelde problematiek
ging. Het is dan ook weer bijna vijf jaar gele
den, dat de moeilijkheden met Teixeira de
Mattos begonnen nu de minister van Finan
ciën een wetsontwerp tot vaststellen van een
nieuwe Wet Toezicht Kredietwezen bij de
Tweede Kamer heeft ingediend.
Register
Allereerst schrijft de wet voor dat De Neder
landsche Bank een register aanhoudt, waarin
een viertal groepen kredietinstellingen wor
den geregistreerd. Het register bestaat uit
vier afdelingen, te weten:
afdeling I: algemene banken (thans handels
banken genoemd) en centrale kredietstellin
gen;
afdeling II: coöperatief georganiseerde ban
ken (thans landbouwkredietbanken genoemd);
afdeling III: effectenkredietinstellingen en
afdeling IV: spaarbanken.
54