drag nam toe met 29 miljoen 24 miljoen)
tot 154 miljoen.
Nieuwe kredietregelingen werden in het af
gelopen jaar ingevoerd op het terrein van de
rundveemesterij en in de leghennensector ter
bevordering van de verticale integratie in de
landbouw.
Ook gaven de landbouwkredietbanken hun
medewerking aan de uitvoering van de over-
bruggingsfinancieringsregeling voor fruitte
lers en aan de regeling voor financiering van
aankoop van zware stookolie voor tuinbouw
bedrijven. Laatstgenoemde regeling heeft tot
doel de gevolgen van de sterk gestegen prijs
van zware stookolie voor de tuinders te be
perken en beoogt tegelijkertijd de overgang
op aardgasenergie te bevorderen. Tegemoet
koming van overheidswege bij de financie
ring van zware stookolie is om die reden af
hankelijk gesteld van de schriftelijke bereid
heid van de tuinder het bedrijf op het aard-
gasnet aan te sluiten.
Toevertrouwde gelden
De aanwas van middelen was, relatief gezien,
in het afgelopen jaar gelijk aan die van 1969.
Deze sterke groei kwam tot stand ondanks
een grote bestedingsdrang bij particulieren
als gevolg van inflatoire prijsstijgingen en de
in de loop van het jaar aangekondigde en
inmiddels van kracht geworden fiscale wij
zigingen met betrekking tot woningonderhoud
en de BTW. De absolute toeneming van de
groei kwam dan ook geheel terecht op ter
mijnspaarrekeningen.
De aanwas van toevertrouwde middelen be
droeg in het afgelopen jaar 2.535 2.216)
miljoen of 16 procent (16 procent). De to
taalstand kwam hiermede op 18.200 mil
joen.
De aanwas had voor 1.629 1.627) miljoen
betrekking op spaargelden, voor f 322 334)
miljoen op privérekening en voor f 584
255) miljoen op overige saldi in rekening
courant en termijn-deposito's. Het inlegover-
schot op de spaarrekeningen bleef enigszins
achter bij dat van 1969. Het bedroeg name
lijk f 1.022 miljoen tegen f 1.127 miljoen in
het voorafgaande jaar. Het lagere inlegover-
schot werd echter gecompenseerd door een
hogere tegoedschrijving van rente op de
spaarsaldi.
Als onderdeel van de middelenbronnen van
onze banken nemen de privérekeningen een
steeds groter wordende plaats in. De groei
van het aantal rekeninghouders was, ook in
de tweede helft van het jaar groter dan in
de overeenkomstige periode van 1969. In het
afgelopen jaar steeg het aantal houders van
deze rekeningen met 352.000 tot 1.050.000.
Het gemiddelde tegoed op deze rekeningen
daalde van f 970 per ultimo 1969 tot f 950.
Bedrijfsresultaten
De bedrijfsresultaten over het afgelopen jaar
zijn bevredigend. Door de hoge rentestand
op de kapitaalmarkt moest in 1970 een ver
dere aanpassing van de debetrentetarieven
plaatsvinden, waardoor de marge tussen de-
bet- en creditrente in stand kon worden ge
houden. De provisiebaten waren hoger dan
in het voorafgaande jaar. Tegenover de guns
tige ontwikkeling van de baten aan interest
en provisie stond een aanhoudende sterke
48