naast is waarschijnlijk sprake geweest van
een matiger bereidheid tot uitbreiden en in
vesteren door het bedrijfsleven. Het teruglo
pen van de winsten in verscheidene bedrijfs
takken en de weinig optimistische verwach
tingen voor 1971 zijn hiervan vermoedelijk
de oorzaak.
De regering heeft het afgelopen jaar beslo
ten in 1971 de lonen en in mindere mate de
prijzen aan banden te leggen. Deze maatre
gelen hebben bij de werknemers grote ver
ontwaardiging gewekt. Wanneer de bestaan
de krapte op de arbeidsmarkt blijft voortdu
ren, bestaat het gevaar dat van de voorschrif
ten zal worden afgeweken; of dat op grote
schaal arbeidsonrust ontstaat.
Het nieuwe jaar is, gezien de economische
situatie, door velen met weinig optimisme be
groet. Het vertrouwen dat door de loon- en
prijsmaatregelen de inflatie kan worden be
teugeld, waarbij tevens recessieverschijnse
len zoveel mogelijk worden vermeden, is niet
zo groot. De ervaringen van het afgelopen
jaar hebben echter geleerd dat we niet op de
oude voet kunnen doorgaan. Wij zullen in
1971 moeten gaan betalen voor wat we in
voorgaande jaren teveel hebben geconsu
meerd.
De boerenleenbanken in 1970
Bij de samenstelling van dit artikel beschik
ken wij in het algemeen nog slechts over cij
fers van de eerste tien maanden. In grote lij
nen kan daaruit echter de ontwikkeling in het
gehele jaar 1970 worden afgeleid. Daarbij
dient men echter wel te bedenken dat de ont
wikkelingen in november en december in be-
4
langrijke mate beïnvloed kunnen zijn door
effecten van de te verwachten prijsstijgingen
in 1971. In dit artikel zijn, vanwege het gerin
ge bedrag 5 miljoen), geen correcties aan
gebracht voor de overneming van de Spaar
bank St. Maarten te Groningen. Verder zijn
de 24-maands bankdeposito's tot de spaar
gelden gerekend, evenals de medio 1970 in
gevoerde spaarbewijzen.
De uitzettingen
De verstrekkingen van nieuwe voorschotten
lagen in 1970 ruimschoots op het hoge ni
veau van de beide voorgaande jaren. Onze
vorig jaar uitgesproken verwachting dat het
hoge niveau van verstrekkingen voor onze
organisatie als normaal moet worden be
schouwd en dat ook in 1970 op een grote
vraag naar woningbouwleningen zou moeten
worden gerekend, wordt daarmee bevestigd.
Naast de niet ongunstige subsidieregeling
voor de particuliere woningbouw speelt daar
bij de groei van het cliëntenbestand in de
sfeer van de privérekeningen een belangrij
ke rol. Indien de bestaande subsidieregeling
niet wordt aangepast aan de sterke stijging
van de bouw-, grond- en rentekosten, moet
voor 1971 wellicht op enige tempering van de
vraag naar woningbouwleningen worden ge
rekend. Daarbij zal ook de teruggang in de
conjunctuur een, zij het vermoedelijk geringe,
rol kunnen spelen. Dit zou wel betekenen dat
banken die momenteel de grenzen van de
interne liquiditeit hebben bereikt, weer wat
meer armslag krijgen. In het afgelopen jaar
zijn veel banken, met name in de stedelijke
gebieden, om die reden genoodzaakt geweest
om aanvragen voor woningbouwleningen zo-
Terugblik op 1970