seerd en het kapitaalmarktbeleid zoveel mo gelijk worden gecoördineerd, om te komen tot een gemeenschappelijke kapitaalmarkt. Over het gemeenschappelijk structuur- en regionaal beleid en over de raadpleging van het bedrijfsleven heeft de commissie-Wer- ner op dit moment nog geen voorstellen ge daan. Wie neemt de taken op zich die worden overgedragen van het nationale naar het communautaire niveau? De groep-Werner meent dat er in de eind fase op zijn minst twee supranationale orga nen nodig zijn: een 'beslissingscentrum' voor het economisch beleid en een gemeenschap pelijk systeem voor het monetaire beleid. In de eerste fase acht men deze twee orga nen nog niet nodig. De voorgestelde punten kunnen ten uitvoer worden gebracht door intensivering van de activiteiten van de Raad van Ministers, de Commissie, de comité's die belast zijn met de behandeling van de economische beleidsvraagstukken en het Comité van Presidenten der centrale ban ken, dit alles met inschakeling van de demo cratische controle van het Europees Parle ment. De Raad van de Europese Gemeenschappen is op 14 december jongstleden bijeen ge weest. De bijeenkomst was belegd om het plan voor de vorming van een monetair-eco- nomische unie in het algemeen - en meer in het bijzonder met betrekking tot de eerste fase - definitief vast te stellen. Het overleg is echter nog niet voltooid omdat de Franse regering voorlopig weinig voelt voor het instellen van een 'beslissingscen trum' dat een supranationaal karakter heeft. De uitvoering van het plan is daardoor in een kritiek stadium gekomen. Vijf van de zes lan den waren van mening dat men met de eerste fase pas een begin kon maken, als men het over het einddoel eens is geworden. Het overleg zal in januari 1971 worden her vat. De boerenleenbank Princenhage

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 26