duktie, de prijzen, de werkgelegenheid en de betalingsbalans. De zes centrale banken zullen hun monetair beleid moeten harmoniseren, bijvoorbeeld op het terrein van de disconto-politiek. Ver der zullen zij gezamenlijk moeten optreden ten opzichte van de rest van de wereld, bij voorbeeld in het Internationaal Monetair Fonds. Men zal in het internationaal mone tair verkeer als het ware één betalingsbalans hanteren en één goud- en deviezenreserve. Het begrotingsbeleid van de afzonderlijke staten zal gecoördineerd worden; gemeen schappelijke beleidslijnen voor de over heidsbegrotingen zullen worden vastgesteld. Het is dan nog wel mogelijk dat het ene land wat meer uitgeeft aan bijvoorbeeld onderwijs en wat minder aan cultuur of aan de infra structuur dan een ander land, maar in finan cieel opzicht - met name de grootte van het tekort en de wijze van financiering daarvan - zullen de nationale begrotingen met elkaar overeen moeten stemmen. Een harmonisatie van de belastingen zal tot stand moeten worden gebracht, in die zin dat de bestaande verschillen voor wat betreft de belangrijkste belastingen gaan verdwij nen. Er zal een gemeenschappelijke kapitaalmarkt tot stand moeten komen, een gemeenschap pelijk structuur- en regionaal beleid en ten slotte zal een systematische en voortdurende raadpleging van het bedrijfsleven - werkge vers- en werknemersorganisaties - dienen plaats te hebben. De eerste etappe De werkgroep vindt dat het plan in fasen uit gevoerd dient te worden. Zij heeft zich in het bijzonder beziggehouden met wat er in de eerste fase van drie jaren (1971-1973) te doen staat. De werkgroep belicht een aantal zaken die in aansluiting op de genoemde punten gerealiseerd moeten worden. Om te komen tot coördinatie van het eco nomisch beleid, zullen elk jaar drie grote onderzoekingen naar de economische situa tie in de EEG plaatsvinden. Vertegenwoor digers van de nationale overheden zullen in dat overleg betrokken worden en er zal zo veel mogelijk gepoogd worden het econo mische beleid op middellange termijn te co- ordineren. De ministerraad van de EEG heeft daarvoor een vijfjarenplan opgesteld. Het monetair beleid binnen de Gemeenschap zal in de eerste fase in sterke mate gecen traliseerd moeten worden. Er zullen gemeen schappelijke beleidslijnen moeten komen in overleg met het Comité van Presidenten van de centrale banken. Voor wat betreft het mo netair beleid naar buiten, zal men geleidelijk aan gemeenschappelijke standpunten inne men en binnen afzienbare tijd komen tot ver kleining van de wisselkoersmarges. Het begrotingsbeleid zal worden geharmoni seerd en gecoördineerd op basis van de onderzoekingen die jaarlijks plaatshebben. Een aantal belastingtarieven wordt gehar moniseerd, met name door uniforme BTW- tarieven in te voeren. Alle accijnzen op goe deren die de grenzen overschrijden, alsme de de tarieven van de vennootschapsbelas ting in de verschillende landen, zullen wor den gelijkgetrokken om de fiscale grenzen te laten vervallen, zodat op 1 januari 1974 geen grenscontrole meer nodig zal zijn. Het ka pitaalverkeer zal verder worden geliberali- 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1971 | | pagina 25