Britten maken van twee punten
één komma
OP 15 FEBRUARI 1971:
Wij weten het nog van de school. Het was
altijd moeilijk om van pennies shillingen en
van shillingen ponden te maken of omge
keerd. Je kreeg eerst van die leuke verme
nigvuldigingen voordat je het Engelse pon
denbedrag in guldens kon uitdrukken. Om
het nog moeilijker te maken werden de goe
deren in sommige handelsrekenboeken ook
nog eens geprijsd in guinea's. De guinea was
21 shilling en daar zat je dan weer met zo'n
raar bedrag. Nog gekker werd het dan als je
er achter kwam, dat die guinea nog niet eens
een echte munt of een echt bankbiljet was,
maar een rekeneenheid, waarmee je alleen
maar rekenen kon en niet betalen.
In diezelfde handelsrekensommetjes werd je
dan ook nog geconfronteerd met de Angel
saksische maten en gewichten in verhouding
tot de maten en gewichten van het metrieke
stelsel. De zakagenda's zullen de juist ge
noemde verhoudingen tot ongeveer 1975 nog
wel blijven vermelden. De problematiek van
het Engelse geldstelsel wordt gelukkig op
15 februari 1971 voor ons continent opge
lost. De Britten gaan op die datum met hun
geld over op het bij ons bekende decimale
stelsel.
Hoewel het pond een pond blijft, wordt de
verdeling in kleinere eenheden gelukkig op
100 pennies gesteld. De benaming shilling
gaat geheel verdwijnen. De bankbiljetten van
een pond en de grotere bestaande coupu
res blijven ongewijzigd.
De bestaande munten zullen gaan vervangen
worden door nieuwe van respectievelijk 50,
10, 5, 2, 1 en 1/2 penny. De aanduiding op
deze munten is dan ook 'new pence' voor de
eerste vier aangeduide waarden. Op die van
1 en 1/2 komt 'new penny' te staan.
In de loop van 1969 zijn reeds nieuwe mun
ten van 50, 10 en 5 new pence in omloop
gebracht. Het muntstuk van 50 p. - een half
pond - dient vooral ter vervanging van het
bankbiljet van 10 shilling dat vóór de over
gangsdatum geheel uit de circulatie moet
zijn. De oude halve penny is reeds uit de cir
culatie genomen, de halve crown - 21/2 shil-
17