In woorden De verstrekkingen van nieuwe voorschotten lagen ook in oktober weer op een hoog peil. Daardoor nam, ondanks het stijgen van de aflossingen, het uitstaande bedrag nog iets sterker toe dan in dezelfde maand van het vorige jaar. Over de eerste tien maanden gere kend is de toeneming ongeveer gelijk aan die van dezelfde periode van 1969. De groei van het uitstaande bedrag aan rekening-courant krediet was weer aanzienlijk groter dan in oktober 1969. Daarmee werd de tendens van de eerste drie kwartalen voortgezet. Deze ontwikkeling is echter niet onverdeeld guns tig, omdat zij een verdere overschrijding van de norm voor het korte krediet betekent. Aangezien het Nederlandse bankwezen in zijn totaliteit per eind oktober de norm niet heeft overschreden, behoeft onze organisa tie voor haar tekort geen strafdeposito bij De Nederlandsche Bank aan te houden. Bij de toevertrouwde middelen was het spaarresultaat in oktober, na de opleving in het derde kwartaal, enigszins teleurstellend. Dat geldt ook voor de groei van de saldi op privérekeningen. Mogelijk staat deze ontwik keling in verband met anticipatie-inkopen op de te verwachten prijsstijgingen in 1971. Ook Sinterklaas kan zijn invloed dit jaar iets vroe ger hebben doen gelden dan in vorige jaren. Daarnaast hebben wij sterk de indruk dat er sprake is van een verschuiving van sparen via spaarrekeningen naar sparen op bankde posito-rekeningen. De tegoeden op gewone rekeningen-courant vertoonden een vrij sterke daling. N.B. Bij het ter perse gaan van dit nummer waren de spaarresultaten over novem ber 1970 van de Algemene Spaarban ken nog niet bekend. 518

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 44