Koerstabel
geen een verkrapping van de geldhoeveel-
1 heid betekent. De belangstelling voor deze
nieuwe staatslening, waarvan het bedrag
achteraf op 325 miljoen werd vastgesteld,
was groot. Van de lening - die 8 procent ren
te biedt, een looptijd van vijftien jaar heeft
en een uitgiftekoers van 99,5 procent - werd
72,4 procent toegewezen. Aanvankelijk was
men, gezien het hoge inschrijvingsbedrag,
van mening dat de nieuwe staatslening een
succes was geworden. Dit enthousiasme werd
echter onmiddellijk de kop ingedrukt toen men
deze nieuwe staatsfondsen op de beurs
ging verhandelen. De eerste noteringen
schommelden namelijk rond de 99,25 pro
cent, terwijl de uitgiftekoers 99,5 procent be
droeg.
Dit moet een grote tegenvaller worden ge
noemd, vooral indien men zich realiseert dat
de reeds genoteerde 8 procent vijftien jarige
staatsobligaties op datzelfde ogenblik 100,3
procent deden.
De tendens voor de obligatiemarkt als ge
heel was slechts iets luier. Hieruit kan de
conclusie worden getrokken dat de situatie
rond de nieuwste lening mede door het ma
joreren zuiver van technische aard is. Daar
om bestaat zeker een reële mogelijkheid dat
de nieuwste obligaties zich spoedig beter
zullen klasseren, waarbij een mogelijke dis
contovoet-verlaging voor de nodige push
kan zorgen.
De andere obligatie-emissies die hebben
plaatsgevonden, waren van relatief geringe
omvang.
Gemiddelde looptijd per 1-11-1970
31-
-10-1970
20-11-1970
perp.
3 Ned. Grootboek
44,20
(6,91%)
44,10
(6,92%)
16%
7%% Nederland 1969
94,80
(8,09%)
95,80
(7,97%)
14%
7 Nederland 196611
91,10
(8,11%)
91,30
(8,08%)
12
3%% Nederland 1950 1-11
66,50
(7,91%)
67
(7,82%)
10%
5%% Nederland 1965 II
84,35
(8,24%)
85,10
(8,10%)
10
5%% Nederland 1964 II
82,10
(8,17%)
82,80
(8,04%)
8,5
3%% Nederland 1955 11
75,50
(7,87%)
75,90
(7,78%)
7,2
4%% Nederland 1959
80,45
(8,25%)
81,10
(8,09%)
6,1
3 Ned. Grootboek '46 Obl.
81,70
(7,01%)
82,50
(6,81%)
3
3%% Nederland 1951
90,30
(7,45%)
92
(6,71%)
2
4%% Nederland 1964 (10 j.)
94,70
(7,60%)
95,90
(6,87%)
515