Statistiek van de spaargelden 1968 -1969 De nationale besparingen in ons land belie pen in 1969 21,64 procent van het nationale inkomen. Dat is anderhalf procent meer dan in 1967 (19,97 procent), maar het is ook an derhalf procent minder dan een viertal toen malige bewindslieden in de bekende Spaar- nota 1966 als minimum hebben aangeduid. Het is begrijpelijk dat over 1970 en zelfs over 1969 nog geen definitieve cijfers voor analy se beschikbaar zijn die een zo nauwkeurige becijfering van de spaarquote mogelijk zou den maken. Voor 1970 moge men een natio naal inkomen verwachten van meer dan hon derd miljard gulden, in 1968 beliep het 'nog slechts' 83,5 miljard gulden, de besparingen in dat jaar bedroegen 18,1 miljard gulden. Van dit laatste kwam 4,8 miljard gulden voor rekening van de overheid - met inbegrip van de lagere publiekrechtelijke lichamen en de sociale fondsen - tegenover 13,3 miljard gul den voor rekening van particulieren. In de particuliere sector sparen zowel de par ticuliere bedrijven doordat zij winsten reser veren - in 1968 voor in totaal 4,2 miljard gul den - alsook de gezinnen, voor wie op dit terrein diverse wegen openstaan. In totaal vormen de gezinsbesparingen een nagenoeg stabiel, maar met de stijging van de inko mens langzaam toenemend gedeelte - on geveer 15 procent - van het totale bedrag van de beschikbare gezinsinkomens (in 1968 60 miljard gulden). Van de gezinsbesparin gen, die in 1968 ruim 9 miljard gulden belie pen, kwam 4,2 miljard gulden terecht bij le vensverzekeringmaatschappijen en pensioen fondsen, bijna 3 miljard gulden, dat wil zeg gen 3,5 procent van het nationale inkomen, kwam terecht op spaarrekeningen bij spaar en handelsbanken. De overige 2 miljard gul den werd gespaard op andere wijzen en bij een deel daarvan zal ongetwijfeld nog de be- De in dit artikeltje verwerkte gege vens werden in dit blad opgenomen naar aanleiding van de onlangs uitgekomen publikatie: 'Statistiek van de Spaargel den 1968-1969', Centraal Bureau voor de Statistiek. Het instructieve boekje, dat uiteraard veel meer gegevens bevat, telt 31 pagina's, waarin onder meer 8 staten en 16 tabellen met toelichtende tekst. Het is verkrijgbaar via de boekhandel 5 inclusief BTW). 503

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 29