Enquêterecht in de naamloze venno< Dat de leiding van een onderneming een gro te vrijheid van handelen moet hebben, is een eis van slagvaardigheid. Anderzijds moet het mogelijk zijn om bij gerechtvaardigd vermoe den van wanbeleid, opening van zaken te vragen en een onderzoek te laten instellen naar het beleid en de gang van zaken in de onderneming. Veel ondernemingen zijn gegoten in de vorm van de naamloze vennootschap. Alleen voor dit soort ondernemingen heeft de wetgever de mogelijkheid gewaarborgd tot het houden van een onderzoek naar beleid en gang van zaken. De huidige wettelijke regeling hieromtrent is echter gebrekkig en daarom is bij het parle ment een voorstel tot wijziging aanvaard. Wat ontbreekt aan de huidige regeling? Wij zullen een korte vergelijking maken tussen de bestaande wet enerzijds en het wetsvoorstel anderzijds, waarbij alleen de meest in het oog springende punten worden genoemd. De wettelijke regels die momenteel van toe passing zijn op de naamloze vennootschap, bevatten naast vele andere bepalingen het zogenaamde recht van enquête: een of meer houders van aandelen die tenminste eenvijfde van het geplaatst kapitaal uitmaken, kunnen de rechtbank verzoeken een onderzoek te laten instellen naar het beleid en de gang van zaken van de naamloze vennootschap. Het zijn dus alleen aandeelhouders die daar om kunnen vragen. Als de rechtbank van oor deel is dat er voor zo'n onderzoek een ge gronde aanleiding bestaat, wijst zij het ver zoek toe en benoemt zij een of meer perso nen die het gevraagde onderzoek instellen, die hierbij vrij vergaande bevoegdheden krij gen en verslag van hun bevindingen moeten uitbrengen. Het verslag wordt voor een be perkt aantal personen ter inzage gelegd ter griffie van de rechtbank. Wat de uitslag ook mag zijn, het onderzoek kan de rechtbank tot geen andere maatrege len brengen dan het bepalen voor wiens re kening de kosten van het gehouden onder zoek komen, namelijk voor degenen die om een onderzoek vroegen of voor de naamloze vennootschap, haar commissarissen, dan wel personen bij haar in dienst. Deze regeling is niet van toepassing op de naamloze vennootschappen, die geen aan delen aan toonder kennen. Grote naamloze vennootschappen die uitsluitend aandelen op naam uitgeven, kunnen dus niet tot het toe staan van een onderzoek worden gedwon gen. De voorgestelde nieuwe wettelijke voorschrif ten geven veel meer mogelijkheden voor het 500

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 26