vliegveld soms zie je in maanden hier geen boot en toch vliegen er zeker maandelijks kleine vliegtuigen in het zuiden van Irian Ba- rat. Ik was al dat gepraat zat en besliste daar om: Als jullie niet beginnen, begin ik, dan doen we tenminste iets. Goed, ik begon op 18 augustus en over een week of vijf heb ik dat vliegveld klaar en kan ik tenminste iets laten zien. In feite heb ik natuurlijk niet dat vliegveld aangelegd, maar al degenen die ik daarvoor in dienst heb genomen. Gebleken is nu dat men met 70 lui binnen drie weken een stuk oerwoud volkomen kan rooien. Toen na drie weken dat rooien klaar was, begon het meer tijdrovende werk dat nu eenmaal bij de aanleg van een vliegveld hoort: Het gra ven van diepe en heel brede sloten, opdat de baan, ook in de ergste regenmaanden, toch maar kurkdroog zou blijven. Tevens moest het zand uit die sloten dienen om het vlieg veld wat op te hogen om één lange waterpas- liggende baan te krijgen. Dit alles is natuur lijk helemaal niet nodig voor de aanleg van plantages. Ik kreeg met alle gemak telkens groepen van 70 man bijeen, die per groep drie weken lang werkten en wel van zeven uur 's ochtends tot vier vijf uur 's avonds, omdat ik hen goed betaal. Aan geld hebben deze mensen natuurlijk niets. Waar zouden ze er iets voor kunnen kopen? Ik betaal hen uit in goederen zoals: messen, schoppen, hakmessen, muskieten-netten van bloemetjes- stof, borden, kleding en als ik ze had zou ik hen nog veel liever uitbetalen in meer schop pen, potten en pannen en allerlei soorten ge reedschap. Uit dit alles werd me steeds dui delijker, dat als je nu een flinke voorraad spul len had, je hen ook zo verzou kunnen krijgen dat ze tegen betaling in goederen, andere bossen elders willen gaan opengooien en die dienen dan niet voor vliegvelden, maar voor hun eigen plantages. A. Verhage, Irian Barat, Merauke Indonesië. 497

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 23