ZELFSTANDIGENAFTREK
Komt er een
in de inkomstenbelasting?
Een zelfstandige moet uit zijn inkomen niet
alleen het levensonderhoud van zijn gezin
putten, maar hij moet er ook een groot deel
van zijn investeringen mee financieren om
bij te blijven in de economische ontwikkeling.
Dat deel van zijn inkomen heeft hij niet zon
der meer ter vrije beschikking. Daarom jui
chen wij het toe dat de regering met een
wetsontwerp gekomen is, waarin naast an
dere wijzigingen in de loon- en inkomstenbe
lastingen, voorgesteld wordt om zelfstan
dige ondernemers een aftrek op de winst
toe te staan als zij investeringen in hun be
drijf verricht hebben. De voorgestelde aftrek
bedraagt tien procent van het geïnvesteerde
bedrag. Hij kan volgens het voorstel alleen
genoten worden als de investeringen in het
desbetreffende jaar meer dan tweeduizend
gulden hebben bedragen.
Voor de regeling van deze aftrek heeft de re
gering aansluiting gezocht bij de al langer
bestaande investeringsaftrek - die overigens
sinds april 1969 geschorst is. Waarom die
aansluiting gezocht is, wordt niet gemoti
veerd. Waarschijnlijk heeft men bij de voor
bereiding van het wetsontwerp gedacht dat
deze twee regelingen naar de vorm veel op
elkaar lijken. Dat is ook zo. Maar naar hun
doel genomen verschillen zij zo sterk, dat
een vraagteken bij die gelijkschakeling op
zijn plaats is.
Het doel van de investeringsaftrek is, de na
tionale economie van tijd tot tijd een injectie
te geven als de ontwikkeling van de conjunc
tuur dat gewenst maakt. Dat is ook de reden
waarom de investeringsaftrek in tijden van
hoogconjunctuur, zoals wij er nu een beleven,
geschorst wordt. Het stimulerende middel
van deze aftrek is dan niet nodig en zelfs on
gewenst, omdat het onder die omstandighe
den zou bijdragen tot inflatie of overbeste-
ding. De voorgestelde zelfstandigenaftrek
heeft echter niets met de conjunctuur te ma
ken. Hij is niet bedoeld om de investeringen
te stimuleren, maar alleen om een onbillijkheid
445
investering in eigen bedrijf