schetste in het kort hoe nauw Arnhem steeds
met het bankwezen, in ieder geval met geldza
ken, verweven is geweest. Zo bestonden er
reeds in de 14e eeuw een reeks van besluiten,
die het geld reguleerden. In 1833 werd door
het armbestuur aan het stadsbestuur van Arn
hem een voorstel gedaan voor de oprichting
van een spaarbank. De burgemeester was van
mening dat de boerenleenbank met haar de
centralisatie in de vorm van het stichten van
een districtskantoor, in 1950 wel bijzonder 'in'
was. Het verheugde hem daarom dat de keu
ze van vestigingsplaats van de vijftiger jaren
bestendigd was. De heer Roeien was onder de
indruk van de hem overhandigde cheque. Het
beschikbaar stellen van het bedrag aan 'De
Het nieuwe gebouw van de boerenleenbank Pijnacker
410