vroegst met ingang van 1971 gebeuren. In
die tussentijd werkt er een voorbereidings
commissie, zoals in het gemeenschappelijk
bericht vermeld is. Deze commissie moet de
taken van de nieuwe gemeenschappelijke in
stelling concretiseren, want daarvan staat op
het ogenblik nog geen letter op papier. Wat
dat betreft zou men kunnen zeggen dat de
gang van zaken bij ons het omgekeerde is
van die bij de handelsbanken; die kondigden
eerst een fusie aan en gingen die vervolgens
in praktijk brengen, wij laten de praktijk voor
op gaan en zien de fusie als een sluitstuk.
Het karakter van onze organisaties leent zich
tot deze weg. Wij prijzen ons gelukkig dat
dat zo is. Bij ons is er geen noodzaak tot ge
heimzinnigheid. Wij kunnen alles in open
heid voorbereiden en uitwerken.
De voorbereidingscommissie staat onder
voorzitterschap van dr. A. J. Verhage, op het
ogenblik voorzitter van het bestuur van de
Coöperatieve Raiffeisen-Bank. Met het oog
op zijn nieuwe functie zal de heer Verhage
aftreden als voorzitter in Utrecht en ook de
meeste andere functies die hij in de agrari
sche sector bekleedt, vaarwel zeggen. De
overige directieleden van de nieuwe instel
ling, drie uit Eindhoven en drie uit Utrecht,
zullen hun nieuwe functie combineren met
hun bestaande functie in de directies van de
twee centrale banken. Het ligt in de bedoe
ling dat de voorbereidingscommissie op
drachten geeft aan werkcommissies, die zul
len bestaan uit een gelijk aantal personen
van Eindhovense en Utrechtse zijde. Deze
commissies zullen elk op het hun aangewe
zen terrein de samenwerking concreet voor
bereiden.
Pas nadat de voorbereidingscommissie haar
werk gedaan heeft, uitmondend in de oprich
ting van de Coöperatieve Raiffeisen-Boeren-
leenbank, en pas nadat de samenwerking in
deze nieuwe instelling voldoende grondslag
heeft gekregen en aan di praktijk is getoetst,
zal de tijd zijn aangebroken om de aangeslo
ten banken uit te nodigen zich aan te sluiten
bij een te stichten centrale bank. Een goede
naam moet daar nog voor gevonden worden.
De naam is overigens niet zo belangrijk. Be
langrijker is dat voorop staat dat het karak
ter van de organisatie niet mag worden aan
getast. Wij zijn en blijven een bank die zich
in de eerste plaats richt op de landbouw in al
zijn schakeringen, op het overige midden- en
kleinbedrijf en in het algemeen op de tege
moetkoming aan de financiële behoeften die
leven in de plaatselijke gemeenschappen. Het
ligt niet in de bedoeling dat de coöperatieve
banken zich zullen gaan bewegen op het ge
bied van de financiering van grote onderne
mingen buiten de coöperatieve sector.
Stroomversnelling
Terugkijkend op de lange weg die in korte
tijd is afgelegd, moeten wij constateren, dat
er tijdens deze weg zoiets als een stroom
versnelling is geweest. Toen de eerste, voor
zichtige besprekingen in juni van dit jaar
begonnen, had niemand gedacht dat wij al in
september zover zouden zijn als nu aange
kondigd kon worden. Ook op het allerlaatst
heeft deze stroomversnelling zich nog voort
gezet. Begin september werd het nodig om
mededelingen te doen aan de Nederlandsche
Bank, om van haar een verklaring van geen
bezwaar te kunnen krijgen. Op 9 september
gaf de Nederlandsche Bank te kennen dat de-
346