we instelling is gekozen: Coöperatieve Raif- feisen-Boerenleenbank. Van deze naam is al veel lelijks gezegd. Wij geven toe dat hij niet fraai klinkt, maar hij geeft in elk geval duide lijk het karakter van de nieuwe instelling aan. Men heeft als beter in het gehoor liggende namen al voorgesteld: Corabo, Cobra, Co- bank. De belangstelling die daaruit spreekt doet ons genoegen. Wij zullen te zijner tijd wel zien tot wat voor naam wij komen. De nieuwe instelling zal de overgang naar het nieuwe gemeenschappelijke huis moeten be geleiden. Zij zal een centrale rol moeten spe len in de harmonisatie van de betrekkingen tussen de centrale banken en de bij hen aan gesloten banken. In de derde plaats zal zij de daarvoor in aanmerking komende bank- technische activiteiten geleidelijk samenvoe gen. Dit alles staat al in het gemeenschap pelijk bericht. In het gemeenschappelijk bericht staat ook dat deze nieuwe instelling in Amsterdam ge vestigd zal worden. Waarom juist daar? Al in een vroeg stadium van de besprekingen kwam men overeen dat bij de nieuwe ge meenschappelijke activiteiten zeker niet de steden Eindhoven of Utrecht als vestigings plaats gekozen zouden worden. Dat eenmaal uitgesproken zijnde, lag het voor de hand Amsterdam te kiezen. Daar ligt nu eenmaal het financiële centrum van het land, daar vindt de centrale clearing tussen de grote banken plaats, daar is de effectenbeurs ge vestigd. Dit neemt niet weg dat de nieuw tot stand te brengen organisatie ook in de defi nitieve fase gedecentraliseerd zal werken. De kantoren in Eindhoven en Utrecht zullen een belangrijke plaats houden, niet alleen omdat het historisch zo gegroeid is, maar ook omdat decentralisatie voor een onderne ming van grote omvang de meest aangewe zen weg is. Technisch zou het zelfs mogelijk zijn met bijvoorbeeld drie hoofdkantoren te werken, waarbij de in elk van deze kantoren aanwezige directeuren toch gezamenlijk kun nen vergaderen met behulp van daarvoor ontwikkelde apparatuur. In elk geval zullen er in de eerstkomende fase drie instellingen werkzaam zijn: de Centrale Boerenleenbank in Eindhoven, de Centrale Raiffeisen-Bank in Utrecht en de Raiffeisen-Boerenleenbank in Amsterdam. Gedurende deze gehele fase blijven de boe renleenbanken en de raiffeisenbanken aan gesloten bij 'hun' centrale banken en blijven zij werken, ieder met hun eigen centrale bank, op basis van de bestaande, maar ge leidelijk te harmoniseren werkmethoden en spelregels. Functie en rechtspositie van het personeel van de plaatselijke banken zijn nu niet in het geding. Voorbereiding Het eerste wat nu te gebeuren staat is de bespreking van de bekendgemaakte voor nemens in de najaarsvergaderingen. In de eerste weken van november zullen in onze or ganisatie de kringvergaderingen worden ge houden en op 27 november komt de centrale kringvergadering bijeen. Het kan niet anders of verreweg het belangrijkste onderwerp van bespreking zal dit keer zijn alles wat samen hangt met het streven naar samengaan. Pas nadat deze vergaderingen achter de rug zijn en nadat alle geledingen van de organi satie in staat zijn gesteld hun mening te ge ven, zal de nieuwe instelling in Amsterdam worden opgericht. Dat kan dus op zijn 345

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 7