de kapitaalmarkt worden geconstateerd. De neiging van de rentevoet enigszins te dalen, kan betekenen dat er uiteindelijk een eind is gekomen aan de voortdurende rentestijging. Ook internationaal gezien wordt de kapitaal- schaarste wat minder nijpend. In de Verenig de Staten is het bedrijfsleven wat terug houdender met zijn investeringen geworden, terwijl de monetaire autoriteiten voorzichtig de teugels van de geldvoorziening wat laten vieren. Een factor die zijn invloed doet gelden op de Nederlandse kapitaalmarkt is de aantrek kingskracht van de gulden. Onze valuta wordt als zeer veilig beschouwd (veel safer dan de dollar), waardoor een grote buiten landse belangstelling voor onze emissies be staat. Vooral staatsleningen zijn bijzonder in trek. De binnenlandse beleggers krijgen, nu de rente niet meer oploopt, ook wat meer ver trouwen in de aandelen. Gezien het gestegen rendement als gevolg van de koersdalingen van dit jaar, bestaan er weer kansen op ver- mogensgroei door middel van aandelenbezit. Staatsleningen Van de emissies die in juli en augustus heb ben plaatsgevonden, stonden de kortlopende en de middellange staatsleningen in het cen trum van de belangstelling. Hiervoor zouden twee oorzaken kunnen worden genoemd. In de eerste plaats het feit dat de kortlopende lening (8 jaar) tegen een rente van 7% pro cent zou worden uitgegeven. De minister van Financiën wilde blijkbaar de strijd aanbinden tegen de 'magie' van de hoge rente. Wel moest rekening worden gehouden met het 388 feit dat de uitgifte tegen 99 procent plaats vond, waardoor de inschrijvers bij aflossing a pari een fiscaal voordeeltje hadden, omdat koerswinst niet wordt belast. Een ander in teressant aspect was, dat het bedrag van de ze lening pas na sluiting van de inschrijving zou worden vastgesteld. Het is duidelijk dat minister Witteveen gebruik heeft willen ma ken van de buitenlandse belangstelling voor Nederlandse staatsleningen. Er staan de staat nog zoveel uitgaven te wachten dat, bij wij ze van spreken, al het geld dat binnenkomt van harte welkom is. Bovendien kon op deze wijze inzicht worden verkregen in de mate waarin speculatie met de gulden plaatsvindt. De langlopende staatslening (15 jaar) werd uitgegeven tegen een koers van 98 procent en een rente van 8 procent. De kortlopende lening had maar een matig succes: het be drag werd vastgesteld op f 150 miljoen en van de inschrijvingen werd 91,8 procent toe gewezen. De belangstelling voor de langlo pende lening was echter overweldigend. Het vastgestelde bedrag was voor miljarden overtekend, er waren zelfs inschrijvingen die de vijftig miljard gulden te boven gingen. Dit inschrijven met veel hogere bedragen dan men ooit van plan is te beleggen, majoreren genoemd, heeft tot doel zoveel mogelijk van het vastgestelde leningsbedrag toegewezen te krijgen. Waarschijnlijk zal de minister van Financiën er wel spijt van hebben dat hij maar 150 miljoen heeft gevraagd, al zou zeker niet voor miljarden zijn ingetekend, wanneer - net als bij de kortlopende lening - het bedrag van de lening zou zijn opengelaten. Het was in de verste verte niet mogelijk de inschrijvers op de vijftienjarige lening te geven wat zij ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 50