het bankbiljet wilde omrekenen, kwam hij tot de ontdekking dat de Duitsers tegenwoor dig in Duitse marken rekenen. Het bankbiljet was waardeloos. Zelfs toen het in 1922 in Berlijn werd uitgegeven, op het hoogtepunt van de inflatie, kon men er nauwelijks een brood mee kopen. (Eindhovens Dagblad) dat de Britse schrijver sir Alan Herbert bij een Londense bank een cheque verzilverde die op de flank van een koe was geschreven. De cheque was hem op deze manier aan geboden door het tijdschrift Punch ter gele- I genheid van sir Alan's zestigste verjaardag. Hij kreeg vijf Britse ponden. De bank accep teerde deze niet alledaagse cheque, omdat er geen enkel wettelijk voorschrift tégen be staat. Voorwaarde is, dat de cheque een ze gel van twee pennies moet dragen. Dat dééd de koe dan ook; achter op haar rug. (De Volkskrant) dat een aantal Japanse fabrieken gedurende werktijd hun werknemers gymnastiekoefe ningen laten doen. De verloren arbeid wordt ruimschoots ingehaald door een verhoogde produktiviteit. (Financieel Dagblad) dat door de personeelsstaking van alle 900 Ierse banken elke Ier voor eigen bankdirec teur speelt. Dat het geldverkeer in het dage lijks leven blijft draaien, is te danken aan een drievoudig versnelde omloop van het charta- Ie geld. Toen de banken sloten was er voor 1,5 miljard aan bankbiljetten en munten in omloop, welk totaal constant is gebleven. Voor pasmunt moet nu vaak een premie wor den betaald, maar wegens een verfijnd 'per soonlijk' kredietsysteem dat de leren in de praktijk zijn gaan toepassen, is er voldoende contant geld als ruilmiddel voor de burgerij. De leren hebben al eerder ervaring opge daan met een bestaan zonder banken. In 1966 waren die wegens staking drie maanden ge sloten. De voornaamste les die destijds werd geleerd is: voorzichtigheid met cheques en schuldbekentenissen, ledereen weet nu dat zijn cheques zullen moeten worden betaald zodra de banken weer opengaan en zorgt er dus voor een gelijk bedrag alvast te sparen. Evenals in 1966 dragen supermarkets en gro te en kleine winkels, hotels, cafés, restau rants en bioscopen maar ook de openbare transport- en electriciteitsbedrijven allen bij aan het onderling kredietsysteem door con tant geld dat zij ontvangen af te staan aan andere firma's die er bijvoorbeeld hun per soneel mee moeten betalen. (Algemeen Handelsblad) 377

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 39