DE NEDERLANDSE ECONOMIE IN 1Q7^
Het Centraal Planbureau heeft kort geleden
een studie gepubliceerd waarin het zijn visie
uiteenzet op de mogelijke ontwikkeling van
de Nederlandse economie tot en met het jaar
1973.
Het Centraal Planbureau is uitgegaan van
bepaalde veronderstellingen die bepalend
zijn voor de uitkomsten van zijn onderzoe
kingswerk. Mocht in de toekomst blijken dat
de omstandigheden waaronder het econo
misch proces plaatsvindt, afwijken van die
waarmee het CPB heeft gewerkt, dan zal
daardoor de prognose minder betrouwbaar
worden.
Men ging ervan uit dat de wereldconjunctuur
en de buitenlandse vraag zich gunstig blijven
ontwikkelen. Verwacht wordt dat na 1970 de
wereldhandel matig zal stijgen, onder andere
als gevolg van het bereiken van de capaci-
teitsgrenzen en door de restrictieve beleids
maatregelen die in verschillende industriële
landen genomen zullen worden om de loon-
en prijsinflatie te beteugelen.
Tegen het einde van de beschouwde periode
zal de wereldhandel zich herstellen, hetgeen
voor Nederland betekent dat de export in
vergelijking met de periode 1968-1973 met
circa 8 procent per jaar zal stijgen. De inter
nationale politieke ontwikkelingen kunnen het
door het CPB geschetste beeld volledig ver
storen. Zij vormen een zo onzekere factor,
dat het niet mogelijk was er in deze studie
rekening mee te houden.
Verder zijn de volgende hypothesen inge
voerd: De nominale loonstijging zal gemid
deld per jaar 7,5 tot 8 procent bedragen; de
woningbouw zal in de jaren na 1971 jaarlijks
met 2.000 stuks worden uitgebreid ten op
zichte van het bestaande program van
125.000; de bruto-rijksuitgaven zullen ten
hoogste stijgen met de normale stijging van
de opbrengsten uit belastingen en andere be
staande bronnen.
Het Centraal Planbureau heeft tot uitdruk
king willen laten komen, dat de studie geen
bindende beleidslijnen bevat, maar dat zij
slechts een prognose bedoelt te zijn. Wan
neer bijvoorbeeld zou blijken dat de overheid
grotere uitgaven wenst te doen dan de in de
studie genoemde, zal dit gevolgen hebben
voor de groei van de particuliere sector. Wan
neer de lonen zouden stijgen boven de voor-
361