Anderen helpen zichzelf te helpen, zo zou men heel kort de ontwikkelingshulp kunnen karakteriseren. Ontwikkelingshulp is geen aalmoes. Voedselhulp en dergelijke kan no dig zijn om hulp te verlenen in noodgevallen, maar de werkelijke oplossing kan daarin nooit gevonden worden. Die kan er alleen in be staan de bevolking van de ontwikkelingslan den te stimuleren de produktie op een be hoorlijk peil te brengen. Ook de Stichting In ternationale Ontwikkelingshulp door Boeren leenbanken tracht daartoe haar eigen, be scheiden steentje bij te dragen. De aanvra gen die daarvoor binnenkomen geven soms in eenvoudige bewoordingen een treffend beeld van de omstandigheden in die verre landen. Wij hebben er enkele passages uit gehaald. Daarmee hopen wij aan de boeren leenbanken, die een bijdrage aan de Stich ting hebben gegeven, een idee te geven van wat er met hun geld gebeurt. Verder spreken deze passages voor zichzelf. Wij leven hier op het ogenblik in een vre selijke situatie. Onze streek is een semi- woestijngebied waar het normaal geduren de vijf of zes maanden per jaar regent; de tijd waarin de mensen planten en oogsten. Ze moeten het van schamele landbouwpro- dukten hebben, want er is hier geen indus trie. Periodiek komen er echter jaren van al gehele droogte voor. De laatste keer was dat in 1958. Nu is er weer zo'n periode; in het begin van het jaar heeft het een beetje gere gend en daarna niet meer. De mensen heb ben geplant, maar vanwege de droogte is er geen oogst. De noodtoestand is afgekondigd. Drommen hongerige mensen bevinden zich op de straten; winkels, treinen en vrachtau to's worden overvallen. De regering heeft tot nu toe in onze streek geen maatregelen ge nomen. De mensen sterven van de honger en hebben geen werk. Heus, ik overdrijf niet. Natuurlijk lost uw hulp ons probleem niet op. maar we zouden als christenen hier toch iets aan moeten doen. We zouden een aantal men sen werk kunnen verschaffen door het laten bewerken van een aantal landbouwgronden die in het komende jaar dan iets kunnen op brengen. Ik kan niets doen nu. De pastorie zit dagelijks vol hongerige mensen. H. Mestrom Quixeramobin Brazilië Twee leden van het bestuur van de boe renbond afdeling Kibati kwamen vanmiddag bij me om 1.000 te vragen. Vorig jaar heb ik hen 150 (een gift van enkele familieleden van me) gegeven om nieuw bonenzaad te kopen dat ze aan hun mensen te leen konden geven. Het bedrag is door hun keurig beleid nu 225 geworden. Het verbazingwekkende hierbij is niet zo zeer het financiële aspect, maar meer het feit dat de mensen zó ver- 354

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 16