DUIDELIJKER PRIJSCOURANT VAN EFFECTEN De Vereeniging voor den Effectenhandel heeft besloten in de loop van het tweede halfjaar van 1971 alle koersen van aandelen en cer tificaten van aandelen van Nederlandse naam loze vennootschappen in guldens per kleinste coupure te gaan noteren. Het belangrijkste motief voor deze maatregel is, dat er meer eenheid komt in de wijze van notering ter beurze. Momenteel worden de koersen van een aantal fondsen al in guldens per aandeel van de kleinste coupure geno teerd, maar andere blijven nog steeds op de traditionele manier in procenten van de no minale waarde genoteerd. Dat gebruik van twee noteringssystemen naast elkaar geeft aanleiding tot allerlei misverstanden bij het publiek. In ons land is wettelijk voorgeschreven, dat een aandeel een nominale waarde moet heb ben. De wet heeft echter het noteringssys teem vrijgelaten. Een commissie uit de Ver eeniging voor den Effectenhandel heeft al in 1958 een rapport uitgebracht over de vraag of de notering van fondsen in geld voorkeur verdient boven notering in procenten. De commissie vond dat de notering in elk geval op zodanige wijze moest plaatsvinden, dat de effectenhandel er snel mee kan werken en dat ook het publiek zonder moeite en zelf standig het koersverloop kan volgen. Even tuele invoering van aandelen met een kleine nominale waarde zou, volgens de commissie, een stimulans kunnen vormen voor de note- ringswijze in geld in plaats van in procenten. Op dat moment was er geen behoefte om het geldende noteringssysteem te wijzigen. De commissie besefte echter wel, dat het om praktische redenen gewenst zou kunnen zijn de notering van een aantal fondsen aan te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 12