WERELDVOEDSELCONGRES FAO
Veertien dagen lang hebben vele deskundi
gen uit verschillende landen op het FAO-con-
gres in Den Haag gesproken over de uitban
ning van de honger uit de wereld. De orga
nisatie van dit congres lag in handen van de
Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van
de Verenigde Naties, de wereldorganisatie
die is opgericht ter bevordering van de eco
nomische en sociale vooruitgang van alle vol
ken. De FAO heeft in dit kader met name als
doel, de lidstaten te helpen bij het verbeteren
van de voortbrenging en distributie van agra
rische produkten en bij de verhoging van de
voedingsstandaard.
Het congres werd geopend met toespraken
van koningin Juliana, die het werk van de FAO
betitelde als een kruistocht om aller lijfsbe
houd, en van de secretaris-generaal van de
Verenigde Naties, Oe Thant, die in een indruk
wekkende toespraak de bereikte resultaten
van de afgelopen 25 jaar, maar ook de nog
steeds bestaande en zelfs groter wordende
schrille tegenstellingen tussen rijk en arm de
revue liet passeren. Verder werd op de ope
ningsdag het woord gevoerd door Lester B.
Pearson, een van degenen die 25 jaar gele
den de FAO in het leven hebben geroepen.
Hij benadrukte dat de verbetering van de
voedselproduktie in de ontwikkelingslanden
gepaard moet gaan met noodzakelijke sociale
en economische veranderingen. Minister
Udink ging in op de protesten van de jeugd
en zag de wortel van alle kwaad gelegen in
het feit dat de ontwikkelingshulp zoals deze
nu wordt gegeven, alleen de gevestigde be
langen daarginds dient en niet die van hen
die nog niets hebben kunnen verwerven.
In zijn openingstoespraak stelde de congres
voorzitter, ir. Lardinois, dat er sinds het eer
ste Wereldvoedselcongres in 1963 vele be
langwekkende initiatieven waren genomen,
onder andere de opstelling van het richting
gevende wereldplan voor de agrarische ont
wikkeling. Dit plan was tijdens dit congres
onderwerp van discussie en werd in een aan
tal commissies behandeld. Toch mag men, al
dus minister Lardinois, niet denken dat wij met
onze huidige kennis van zaken en technische
mogelijkheden reeds een heel eind op weg
zijn. Immers men kan de politieke invloeden
die in een aantal landen spelen, niet wegcij
feren. De FAO en andere wereldorganisaties
op dit gebied kunnen namelijk wel dringende
adviezen geven, doch zij ontberen middelen
290