tijkdiploma, zodat hij in 1950 werd benoemd tot adjunct-inspecteur. Na het behalen van het diploma MO-Handelswetenschappen, werd hij in 1956 inspecteur in het district Roermond. Toen volgde een periode waarin hij, naar zijn zeggen, enorm prettig heeft samengewerkt met de toenmalige districtsinspecteur, de heer Luchtman. Doordat de heer Engels in zijn kwaliteit van inspecteur wel eens les gaf voor bankcursussen, was het doceren hem niet vreemd toen hij in april 1962 begon met de voorbereidingen van de oprichting van de kassiersopleiding op de centrale bank. In sep tember van datzelfde jaar kwam de eerste 'lichting' cursisten op. Intussen was de heer Engels begonnen aan een voorbereidende ta lenstudie die vereist was om in 1960 een rechtenstudie in Utrecht te beginnen. In 1963 deed hij kandidaatsexamen en in 1967 zijn doctoraal examen. En dat alles in zijn vrije tijd. De heer Engels heeft maar één hobby: het vertoeven in de natuur. Wie 's ochtends in alle vroegte in de bossen of hei rond Heeze wandelt, kan daar de heer Engels aantreffen genietend van de Brabantse flora en fauna. De jubilerende genieter woont in Heeze en is vader van 'elf fiscale en zes gewone kinde ren'. Hij schept er het grootste genoegen in, de problemen van de medemens op te lossen. 'Als inspecteur al deed het me goed de bank- problemen van een kassier op te lossen; de overtuiging te hebben: die man heb ik ple zier gedaan'. Door de jaren heen hebben veel cursisten ervaren dat hij ook voor hun pro blemen altijd oor heeft en de moeilijkheden kost wat kost uit de weg wil ruimen. Het feit dat de heer Engels secretaris van de onderne mingsraad is, is hieraan vast niet vreemd; hij is een soort vertrouwensman. Zilveren heer Engels heeft weinig wensen. Hij merkt slechts op: 'Ik ben niet veeleisend, dus rijk'. 287

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 5