zouden ontvangen. Ook zou de overheid grote stukken grond moeten opkopen voor recrea tieve bestemming. Tussen 1970 en 1980 is volgens de heer Her- weijer in sommige gebieden een daling van de prijzen voor landbouwgrond te voorzien, en wel tot een zodanig peil dat deze landbouw- economisch weer acceptabel zijn. De prijs van landbouwgrond zou op den duur worden bepaald door de gekapitaliseerde opbreng sten. Er zijn dan immers geen alternatieve ge bruiksmogelijkheden meer, zoals het gebruik voor de woningbouw, en het prijsopdrijvend effect veroorzaakt door de bedrijfsvergroting zal dan van minder belang zijn. De heer Herweijer ging in op een aantal fac toren die van invloed zijn op de grondprijzen. Vooral in gebieden met een sterk agrarische bevolking wordt een flinke opwaartse druk uitgeoefend op de grondprijzen. Het gaat hier met name om gebieden waarin de marginale bedrijfsvergroting (dat wil zeggen het toevoe gen van enkele hectaren grond aan bestaande kleine bedrijven) nog de overhand heeft. In streken waar reeds grote bedrijven zijn, is dit veel minder het geval. Tevens is de heer Her weijer van mening dat het georganiseerde be drijfsleven iets moet doen aan de zijns inziens te hoge onteigeningsvergoedingen, die ont staan doordat de rechtelijke macht er nog steeds van uitgaat dat een onteigende boer zes tot acht jaar nodig heeft voordat hij een vervangend inkomen kan genieten. De indi viduele onteigenden zijn hiermee gebaat, maar het agrarische bedrijfsleven niet omdat het een prijsopdrijvend effect voor de landbouw gronden inhoudt. Tot slot stelde de heer Herweijer dat aan een aantal voorwaarden moet worden vol daan om de door hem verwachte grondprijs daling te realiseren. Zijns inziens moet de be- eindigings- en omscholingsregeling worden verbeterd en versneld gerealiseerd, de ont eigeningsvergoedingen moeten worden aan gepast en prijsverhogende elementen als een Grondbank of rentesubsidies bij areaalver groting moeten achterwege blijven. Bijkantoor van de boerenleenbank Alkmaar, geopend op 8 juni 1970 336

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1970 | | pagina 54