Een nieuwe
computer
CAPACITEIT COMPUTERCENTRUM VERGROOT
Het computercentrum van de centrale bank
heeft zijn arsenaal uitgebreid met een nieuwe
computer: de IBM 360/40, de grotere broer
van de IBM 360/30.
Wat betekent de naam? 'IBM' is de naam van
de fabrikant; '360' duidt op een symbolische
roos van 360 graden die aangeeft dat men
met de '360' alle kanten op kan of dat hij over
al voor geschikt is. Het getal '40' is de code
aanduiding voor het model.
Invoer, uitvoer en verwerking
Wil een computer aan het werk gaan, dan
moet hij gegevens toegevoerd krijgen via een
aan de computer gekoppeld 'invoerorgaan'.
Vanuit het invoerorgaan worden de gegevens
verwerkt in een 'centrale verwerkingseen
heid', en het resultaat wordt vervolgens uit
gebracht door een 'uitvoerorgaan'.
De centrale verwerkingseenheid is de eigen
lijke computer; de in- en uitvoerorganen vor
men te zamen de 'randapparatuur', dat wil
zeggen: apparatuur die de voor de mensen
leesbare en begrijpelijke gegevens in 'com
putertaal' omzet en de resultaten die de com
puter na het uitvoeren van de opdracht be
schikbaar heeft, in menselijke taal weer uit
brengt.
Invoer
De gegevens waarmee de computer via het
invoerorgaan gevoed wordt, kunnen op ver
schillende manieren machinaal worden vast
gelegd. De oudste vorm is de ponskaart; een
kaart met rechthoekige gaatjes, die elk hun
eigen plaats en functie op de kaart hebben.
Een ander invoermedium is de ponsband; een
band van papier waarmee door middel van
gaatjes die elk hun eigen betekenis hebben,
gegevens aan de centrale verwerkingseenheid
worden doorgegeven. Een manier van infor
matie-overdracht die de laatste jaren steeds
299